De partners van deze website verlenen juridische en zakelijke diensten aan zowel Nederlandse als Internationale ondernemingen. Business Legal Consultancy vormt een marketing- en communicatieverlengstuk van de partners voor het verlenen van juridisch en zakelijk advies alsmede bijstand aan nationaal en internationaal opererende bedrijven.

Hoofdstuk 4. Het rassenregister

Hoofdstuk 4. Het rassenregister

Artikel 25

1. Er is een Nederlands rassenregister dat bestemd is voor de inschrijving van rassen en opstanden. Het register is openbaar.

2. In het rassenregister worden ingeschreven:

a. rassen en opstanden, die ingevolge hoofdstuk 5 van deze wet zijn toegelaten;

b. rassen, waarvoor ingevolge hoofdstuk 7 van deze wet kwekersrecht is verleend;

c. plantengroepen als bedoeld in artikel 85.

3. De inschrijving geschiedt door de Raad door vermelding van de door de Raad vastgestelde karakteriserende beschrijving en, voor zover het rassen betreft, van de door de Raad vastgestelde benaming.

4. De ingeschreven benaming wordt aangemerkt als soortaanduiding.

5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de inrichting van het rassenregister en de gegevens die bij de inschrijving van rassen, opstanden en plantengroepen, bedoeld in het tweede lid, worden vermeld. De in de eerste volzin bedoelde gegevens betreffen in ieder geval:

a. een vermelding van het uitgevoerde technisch onderzoek voor de toelating van een ras of een opstand, onderscheidenlijk de verlening van kwekersrecht, bedoeld in artikel 35, eerste lid, onderdelen a, b en c, onderscheidenlijk artikel 49, zevende lid;

b. voor zover het toegelaten rassen betreft: een vermelding van de instandhouder of instandhouders;

c. voor zover het opstanden betreft: een vermelding van de eigenaar of beheerder en de groeiplaats van de opstand.

Artikel 26

1. Ter uitvoering van bindende besluiten van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie gezamenlijk of van de Commissie van de Europese Gemeenschappen stelt de Raad nationale lijsten samen van de in Nederland van een gewas toegelaten rassen en opstanden, op basis van de in het rassenregister opgenomen gegevens.

2. Van de vaststelling van een nationale lijst als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel 27

1. De in artikel 25, derde lid, bedoelde benaming is geschikt om het ras waarvoor zij wordt gebezigd, te identificeren.

2. De benaming verschilt in het bijzonder:

a. voor zover het een ras betreft waarvoor kwekersrecht is verleend: van iedere benaming die in enige Unie-Staat een reeds bestaand ras van hetzelfde of van een verwant gewas aanduidt;

b. voor zover het andere rassen betreft: van iedere benaming die in enige lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte een reeds bestaand ras van hetzelfde of een verwant gewas aanduidt.

3. De benaming is niet in strijd met de openbare orde of de goede zeden.

4. De benaming is gelijk aan de benaming die reeds in enige Unie-Staat, onderscheidenlijk in enige lidstaat of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, voor het ras is ingeschreven, mits deze voor gebruik hier te lande geschikt is.

5. Geen benaming wordt vastgesteld die zodanig met een handelsnaam of merk overeenstemt, dat het gebruik daarvan aanleiding kan geven tot verwarring omtrent de aard of herkomst van waren.

6. Bij ministeriлle regeling worden, ter uitvoering van een bindend besluit van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Commissie van de Europese Gemeenschappen nadere regels gesteld omtrent de benaming. Bij het stellen van regels als bedoeld in de eerste volzin wordt tevens rekening gehouden met de door de Raad van de Europese Unie vastgestelde aanbevelingen met betrekking tot de benaming van rassen waarvoor kwekersrecht is verleend.

Artikel 28

1. Alvorens een benaming vast te stellen, doet de Raad van het voornemen daartoe mededeling in de Staatscourant.

2. Een belanghebbende kan gedurende acht weken na de in het eerste lid bedoelde mededeling bij de Raad bedenkingen op grond van artikel 27, vijfde lid, tegen de benaming inbrengen.

3. De Raad stelt geen benaming vast alvorens zij over de in het tweede lid bedoelde bedenkingen heeft beslist.

4. Het bureau, bedoeld in artikel 1 van de Rijksoctrooiwet 1995 verstrekt aan de Raad desgevraagd inlichtingen omtrent bij hem ingeschreven merken.

Artikel 29

1. Bij de aanvraag tot verlening van kwekersrecht en bij de aanvraag voor de toelating van een ras, doet de aanvrager een voorstel voor de benaming van het ras.

2. De aanvrager kan ook volstaan met een voorlopige benaming. In dat geval is hij verplicht op een nader door de Raad te bepalen tijdstip een voorstel voor een definitieve benaming te doen.

3. Het voorstel voor de benaming gaat vergezeld van een akte, inhoudende, dat de aanvrager, ingeval de voorgestelde benaming wordt ingeschreven, afstand doet van de rechten, die hem in enige Unie-Staat, respectievelijk in enige lidstaat van de Europese Unie of andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met betrekking tot deze benaming voor gelijke of gelijksoortige waren mochten toekomen.

4. De Raad stelt de voorgestelde benaming of de in artikel 27, vierde lid, bedoelde benaming vast, tenzij de Raad van oordeel is dat artikel 27 zich daartegen verzet. In dat geval stelt de Raad de aanvrager in de gelegenheid een andere benaming voor te stellen.

5. De Raad verstrekt desgevraagd aan het bureau, bedoeld in artikel 1 van de Rijksoctrooiwet 1995 en het Bureau van de Unie inlichtingen over de bij hem ingeschreven benamingen.

Artikel 30

1. Indien het gebruik van een ingeschreven benaming voor teeltmateriaal van het ras, waarvoor deze is ingeschreven, op grond van een aan een ander met betrekking tot deze benaming toekomend recht bij rechterlijke uitspraak wordt verboden, haalt de Raad op verzoek van de meest gerede partij de ingeschreven benaming door en schrijft hij een voorlopige benaming in, in overleg met degene die belang heeft bij de toelating van een ras of met de houder van het kwekersrecht.

2. De Raad stelt een gewijzigde benaming vast, na degene die belang heeft bij de toelating van een ras of de houder van het kwekersrecht in de gelegenheid te hebben gesteld binnen een daarbij te bepalen termijn een andere benaming voor te stellen en schrijft de gewijzigde benaming in. Artikel 28 is van overeenkomstige toepassing.

3. Indien komt vast te staan dat een ras niet onder de ingeschreven benaming kan worden opgenomen op een door de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor het gewas, waartoe het ras behoort, vastgestelde gemeenschappelijke rassenlijst, kan de Raad op een daartoe strekkend verzoek van de houder van het kwekersrecht, of van degene die om de toelating van een ras heeft verzocht, een ingeschreven benaming doorhalen en een voorlopige benaming inschrijven. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 31

1. De Raad kan een voorlopige karakteriserende beschrijving vaststellen en inschrijven.

2. De Raad kan de in het eerste lid bedoelde beschrijving aanvullen en schrijft deze aanvulling in:

a. op verzoek van de aanvrager;

b. ambtshalve, indien dit in verband met de beschrijving van een ander ras noodzakelijk is, in welk geval degene die belang heeft bij de toelating van een ras dan wel de houder van het kwekersrecht wordt gehoord, of om andere redenen, maar dan alleen in overeenstemming met de hiervoor bedoelde personen.

Artikel 32

Onverminderd artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht worden de beslissingen van de Raad ingevolge dit hoofdstuk bekendgemaakt aan de in artikel 28 bedoelde belanghebbende, degene die ingevolge de artikelen 30 en 31 belang heeft bij de toelating van een ras en de in de artikelen 30 en 31 bedoelde houder van het kwekersrecht.

Artikel 33

Van de in dit hoofdstuk en de hoofdstukken 5 en 7 bedoelde aanvragen en verzoeken en van de intrekking en afwijzing van de aanvragen en verzoeken wordt aantekening gedaan in het rassenregister en mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel 34

De in dit hoofdstuk en de hoofdstukken 5 en 7 bedoelde inschrijvingen en aantekeningen krachtens beslissingen, waartegen beroep openstaat, geschieden, zodra op het beroep is beslist of de beroepstermijn verstreken is, zonder dat beroep is ingesteld, dan wel zodra van het beroep afstand is gedaan door een schriftelijke daartoe strekkende kennisgeving aan de Raad.

Adres:
Hogehilweg 19
1101 CB Amsterdam
The Netherlands
Tel:
+31 (0) 203 697 652
Fax:
+31 (0) 453 700 324
Top