Beginpagina Tussentijds Bericht Nationaliteiten
De partners van deze website verlenen juridische en zakelijke diensten aan zowel Nederlandse als Internationale ondernemingen. Business Legal Consultancy vormt een marketing- en communicatieverlengstuk van de partners voor het verlenen van juridisch en zakelijk advies alsmede bijstand aan nationaal en internationaal opererende bedrijven.

Tussentijds Bericht Nationaliteiten

Tussentijds Bericht Nationaliteiten

Aan: De Burgemeesters (t.a.v. hoofden Burgerzaken)

i.a.a.: De Minister van Buitenlandse Zaken

– de Gevolmachtigde Minister van Aruba

– de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen

– de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Onderdeel: Stafdirectie Uitvoeringsbeleid

Datum: 16 maart 2009

Ons kenmerk: IND UIT 09-305 (AUB)

Aard: Bekendmaking van voorschriften

Juridische achtergrond: Artikel8, eerste lid, aanhef en onder d, Rijkswet op het Nederlanderschap

Onderwerpen: Wijziging en uitbreiding gedeeltelijke vrijstelling naturalisatietoets

Inleiding

Met dit Tussentijds Bericht Nationaliteiten (TBN) wordt de toelichting in de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap behorende bij artikel8, eerste lid, aanhef en onder d, aangepast. Deze aanpassing volgt op de wijziging van artikel4 van de Regeling Naturalisatietoets Nederland (Stcrt 2009, nr. 81) waarin de voorwaarden voor de gedeeltelijke vrijstelling van de naturalisatietoets ‘‘Bewijs voldoende voor het onderdeel Nederlandse Taal door een Verklaring Educatie van het ROC'', de zgn. ‘‘verklaring educatie'' zijn gewijzigd. Voorts zijn de gedeeltelijke vrijstellingen uitgebreid. De uitbreiding betreft het ‘‘Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CnaVT).

Artikel 8 lid 1 sub d

In paragraaf 2.2.1 ‘‘Gedeeltelijke vrijstelling'' komt ‘‘5. Bewijs voldoende voor het onderdeel Nederlandse Taal middels een Verklaring Educatie van het ROC'' en de toelichting die daarbij hoort in zijn geheel te vervallen en wordt vervangen door:

5. Bewijs voldoende voor het onderdeel Nederlandse Taal middels een Verklaring Educatie van het ROC

Van het afleggen van het praktijkgedeelte als bedoeld in artikel3.7 van het Besluit inburgering (assessment of portfolio dan wel een combinatie hiervan) alsmede van het elektronisch praktijkexamen (EPE) en de toets gesproken Nederlands (TGN) is vrijgesteld de verzoeker die middels een Verklaring Educatie van het ROC kan aantonen dat voor het onderdeel Nederlands als tweede taal bij de onderdelen lezen, luisteren, spreken en schrijven ten minste niveau 2 van de eindtermen Referentiekader Nederlands als Tweede Taal is behaald, dan wel ten minste het niveau A2 van het Europees Raamwerk voor Moderne Vreemde Talen. Het document dient te zijn afgegeven op basis van de resultaten van een voor 1januari 2007 afgelegde toets ter afronding van een NT2-taaltraject.

Toetsen waarvan gebruik gemaakt kan worden zijn de NIVOR-toets (Cito), de Trajecttoets NT2 (Bureau ICE), de Profieltoets NT2 of eigen toetsen van ROC's. Het NT2-taaltraject kan als zelfstandig traject zijn aangeboden of onderdeel zijn van een bredere cursus, traject, opleiding of module. In alle gevallen betreft het een traject dat in ieder geval is bekostigd uit middelen voor de Wet educatie en beroepsonderwijs, al dan niet in combinatie met middelen voor de Wet werk en bijstand of andere middelen. Het traject wordt vaak aangeduid als ‘educatietraject'. Verklaringen die zijn afgegeven zonder dat de deelnemers zijn getoetst, bijvoorbeeld als een deelnemer (door ziekte) niet aanwezig is op het moment van toetsing, kunnen niet leiden tot een vrijstelling. Deze verklaringen worden veelal ‘bewijzen van deelname' genoemd.

De burgemeester beoordeelt of het door de verzoeker getoonde document voldoet aan de criteria. Bij twijfel of het document tot vrijstelling leidt, kan de burgemeester in eerste instantie de eventueel beschikbare eigen registratie van afgegeven Verklaringen educatie, of de IB-Groep raadplegen. De IB-Groep geeft een advies af aan de burgemeester, dan wel eventueel later aan de IND, op basis van de modelverklaringen die door de ROC's aan de IB-Groep zijn geleverd en die zijn opgenomen in het door de IB-Groep beheerde modellenboek. De burgemeester verwijst een verzoeker die niet over een origineel document beschikt, of een document toont dat niet alle benodigde gegevens ter beoordeling bevat, naar het ROC dat de verklaring heeft afgegeven, ten einde een document te verkrijgen dat aan de gestelde eisen voldoet.

De verklaring dient in ieder geval de volgende gegevens te bevatten:

· a. de naam van het document;

· b. de naam en handtekening van de verantwoordelijke van het regionaal opleidingencentrum;

· c. de echtheidskenmerken van het regionaal opleidingencentrum;

· d. de naam en geboortedatum van de deelnemer aan het NT2-taaltraject die overeenkomen met de naam en geboortedatum zoals vermeld op zijn identiteitsdocument;

· e. de behaalde taalniveaus uitgesplitst naar de vier taalvaardigheden Lezen, Luisteren, Schrijven en Spreken;

· f. de datum waarop de toetsresultaten zijn behaald.

Bij de indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker de Verklaring Educatie die aan bovengenoemde eisen voldoet, en waaruit blijkt dat de verschillende taalonderdelen tenminste op niveau2 zijn behaald en

· – de resultatenbrief van het inburgeringsexamen waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor KNS; of

· – deel 1 van de naturalisatietoets (zoals die tot 1januari 2007 gold); of

· – het Certificaat inburgering nieuwkomers en de bij het certificaat behorende

ROC-verklaring waaruit blijkt dat het onderdeel Maatschappij Oriëntatie ten minste met niveau2 KSE is beoordeeld.

Ad. a.

De meeste ROC's noemen de Verklaring educatie een ‘schoolverklaring', ‘certificaat' of ‘diploma'. Daarnaast komen benamingen voor als ‘niveauoverzicht NT2' of ‘scorelijst NT2', ‘(toets)rapport', ‘verklaring leerresultaten', of ‘verklaring Trajecttoets/NIVOR-toets'.

Ad. c.

Met echtheidskenmerken wordt een logo of een stempel van het ROC bedoeld. De naam en de handtekening van de verantwoordelijke van het ROC zijn relevant om de herkomst van het document te kunnen achterhalen en om bij twijfel over de echtheid van het document de toner te kunnen verwijzen naar het opleidingencentrum dat verantwoordelijk is geweest voor afgifte van het document. De verantwoordelijke kan de directeur of een mentor van een ROC zijn.

Ad f.

Alleen als alle toetsonderdelen voor 1 januari 2007 zijn behaald kan er vrijstelling worden verleend. Let op! Deze verklaring educatie kan nimmer vrijstelling verlenen voor het onderdeel KNS van het inburgeringsexamen.

Toelichting:

Gebleken is dat onduidelijkheid bestaat over het toepassingsbereik van de zogenoemde Verklaring educatie. De Verklaring educatie is in de Regeling inburgering opgenomen teneinde te bewerkstelligen dat door de inburgeringsplichtigen gevolgde NT2-taaltrajecten die zijn afgerond vóór de inwerkingtreding van de Wet inburgering (1januari 2007) onder bepaalde voorwaarden kunnen vrijstellen van de verplichting om mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal te verwerven en het desbetreffende deel van het inburgeringsexamen te behalen. Om dit te verduidelijken is in artikel 2.2a, eerste lid, van de Regeling inburgering tot uitdrukking gebracht dat de desbetreffende toets moet zijn afgelegd voor de inwerkingtreding van de Wet inburgering, dus vóór 1januari 2007, en dat de Verklaring Educatie de datum moet bevatten waarop de toetsresultaten zijn behaald. De datum van het toetsresultaat is dus bepalend bij de beoordeling of de verzoeker in aanmerking komt voor deze gedeeltelijke vrijstelling. Om de Regeling inburgering en de Regeling Naturalisatietoets Nederland zoveel mogelijk één op één te laten lopen, is deze wijziging in artikel 4, zesde lid, van de Regeling Naturalisatietoets Nederland aangepast.

In paragraaf 2.2.1 ‘‘Gedeeltelijke vrijstelling'' wordt na alinea ‘‘5. Bewijs voldoende voor het onderdeel Nederlandse Taal middels een Verklaring Educatie van het ROC'' het volgende toevoegd:

6. Bewijs voldoende voor het onderdeel Nederlandse Taal middels overlegging Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CnaVT)

Van het afleggen van het praktijkgedeelte als bedoeld in artikel3.7 van het Besluit inburgering (assessment of portfolio dan wel een combinatie hiervan) alsmede van het elektronisch praktijkexamen (EPE) en de toets gesproken Nederlands (TGN) is vrijgesteld de verzoeker die beschikt over één van de volgende certificaten van het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CnaVT):

· a. Certificaat Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid (ERK-niveau B1);

· b. Certificaat Profiel Professionele Taalvaardigheid (ERK-niveau B2);

· c. Certificaat Profiel Taalvaardigheid Hoger Onderwijs (ERK-niveau B2);

· d. Certificaat Profiel Academische Taalvaardigheid (ERK-niveau C1).

In het kader van de naturalisatieprocedure moet de verzoeker nog slechts het onderdeel Kennis van de Nederlandse samenleving van het inburgeringsexamen behalen. Indien de verzoeker hiervoor slaagt, dan ontvangt hij hiervan een resultatenbrief.

Bij de indiening van het verzoek om naturalisatie overlegt de verzoeker één van de vier certificaten zoals hierboven omschreven én:

· – de resultatenbrief van het inburgeringsexamen waaruit blijkt dat hij geslaagd is voor KNS; of

· – deel 1 van de naturalisatietoets (zoals die tot 1januari 2007 gold); of

· – het Certificaat inburgering nieuwkomers en de bij het certificaat behorende

ROC-verklaring waaruit blijkt dat het onderdeel Maatschappij Oriëntatie ten minste met niveau2 KSE is beoordeeld.

Toelichting:

Het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CnaVT) is een Vlaams/Nederlandse organisatie die examens Nederlands ontwikkelt voor studenten buiten Vlaanderen en Nederland. De examens worden in het buitenland afgenomen.

Voornoemde wijzigingen zijn reeds aangepast in de Regeling inburgering (Stcrt 2008, 2668 en Stcrt 2008, 196). Om de Regeling inburgering en de Regeling Naturalisatietoets Nederland zoveel mogelijk één op één te laten lopen, zijn deze wijzigingen ook in de Regeling Naturalisatietoets Nederland aangepast.

Tot slot

Dit TBN treedt in werking met ingang van 1augustus 2009.

Deze wijzigingen gelden alleen voor verzoeken die zijn ingediend op of na 1augustus 2009.

De tekst van dit TBN wordt, voor zover relevant, zo spoedig mogelijk verwerkt in de Handleiding RWN.

De Minister van Justitie,

namens deze:

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

Adres:
Hogehilweg 19
1101 CB Amsterdam
The Netherlands
Tel:
+31 (0) 203 697 652
Fax:
+31 (0) 453 700 324
Top