Beginpagina Titel I. ALGEMENE EN INSTITUTIONELE BEPALINGEN
De partners van deze website verlenen juridische en zakelijke diensten aan zowel Nederlandse als Internationale ondernemingen. Business Legal Consultancy vormt een marketing- en communicatieverlengstuk van de partners voor het verlenen van juridisch en zakelijk advies alsmede bijstand aan nationaal en internationaal opererende bedrijven.

Titel I. ALGEMENE EN INSTITUTIONELE BEPALINGEN

Titel I. ALGEMENE EN INSTITUTIONELE BEPALINGEN

Artikel 1.1. Afkortingen

In dit verdrag wordt verstaan onder:

Verdrag van Parijs: het Verdrag van Parijs tot bescherming van de industriлle eigendom van 20 maart 1883;

Overeenkomst van Madrid: de Overeenkomst van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken van 14 april 1891;

Protocol van Madrid: het Protocol bij de Overeenkomst van Madrid betreffende de internationale inschrijving van merken van 27 juni 1989;

Overeenkomst van Nice: de Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken;

Overeenkomst van 's-Gravenhage: de Overeenkomst van 's-Gravenhage betreffende het internationale depot van tekeningen of modellen van nijverheid van 6 november 1925;

Gemeenschapsmerkenverordening: de Verordening (EG) nr. 40/94 van de Raad van 20 december 1993 inzake het Gemeenschapsmerk;

Gemeenschapsmodellenverordening: de Verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende Gemeenschapsmodellen;

TRIPS verdrag: de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de Intellectuele Eigendom van 15 april 1994; bijlage 1C bij de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie;

Internationaal Bureau: het Internationaal Bureau voor de intellectuele eigendom, zoals opgericht bij het Verdrag van 14 juli 1967 tot oprichting ven de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom.

Artikel 1.2. Organisatie

1. Er wordt een Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen), hierna te noemen de Organisatie", ingesteld.

2. De organen van de Organisatie zijn:

a. het Comitй van Ministers als bedoeld in het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie, hierna te noemen het Comitй van Ministers";

b. de Raad van Bestuur van het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen), hierna te noemen de Raad van Bestuur";

c. het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (merken en tekeningen of modellen), hierna te noemen het Bureau".

Artikel 1.3. Doelstellingen

De Organisatie heeft tot taak:

a. de uitvoering van dit verdrag en het uitvoeringsreglement;

b. de bevordering van de bescherming van merken en tekeningen of modellen in de Benelux-landen;

c. de uitvoering van aanvullende taken op andere gebieden van het recht inzake de intellectuele eigendom, welke de Raad van Bestuur aanwijst;

d. voortdurende evaluatie en, indien nodig, aanpassing van het Benelux-recht inzake merken en tekeningen of modellen, in het licht onder meer van de internationale en communautaire ontwikkelingen.

Artikel 1.4. Rechtspersoonlijkheid

1. De Organisatie bezit internationale rechtspersoonlijkheid ter uitoefening van de haar toebedeelde taken.

2. De Organisatie bezit nationale rechtspersoonlijkheid en heeft derhalve, op het grondgebied van de drie Benelux-landen, de rechtsbevoegdheid die aan nationale rechtspersonen is toegekend, voor zover nodig voor de uitoefening van haar taken en voor het bereiken van haar doelstellingen, in het bijzonder de bevoegdheid om contracten te sluiten, roerende en onroerende goederen te verwerven en te vervreemden, particuliere en openbare gelden te ontvangen en uit te geven en in rechte op te treden.

3. De Directeur-Generaal van het Bureau, hierna te noemen de Directeur-Generaal", vertegenwoordigt de Organisatie in en buiten rechte.

Artikel 1.5. Zetel

1. De Organisatie heeft haar zetel te 's-Gravenhage.

2. Het Bureau is gevestigd te 's-Gravenhage.

3. Er kunnen elders bijkantoren van het Bureau worden gevestigd.

Artikel 1.6. Voorrechten en immuniteiten

1. De voorrechten en immuniteiten welke nodig zijn voor de uitoefening van de taken en het bereiken van de doelstellingen van de Organisatie worden vastgelegd in een tussen de Hoge Verdragsluitende Partijen te sluiten protocol.

2. De Organisatie kan met een of meer der Hoge Verdragsluitende Partijen aanvullende overeenkomsten aangaan in verband met de vestiging van onderdelen van de Organisatie op het grondgebied van die staat of die staten, teneinde met betrekking tot die staat of die staten uitvoering te geven aan de bepalingen van het overeenkomstig het eerste lid vastgestelde protocol, alsmede andere regelingen treffen ter waarborging van een goede functionering van de Organisatie en ter beveiliging van haar belangen.

Artikel 1.7. Bevoegdheden Comitй van Ministers

1. Het Comitй van Ministers is bevoegd in dit verdrag de wijzigingen aan te brengen die noodzakelijk zijn om de conformiteit van dit verdrag met een internationaal verdrag of met de regelgeving van de Europese Gemeenschap inzake merken en tekeningen of modellen te verzekeren. De wijzigingen worden bekend gemaakt in het officiлle publicatieblad van ieder der Hoge Verdragsluitende Partijen.

2. Het Comitй van Ministers is bevoegd andere wijzigingen van dit verdrag, dan die bedoeld in het eerste lid, vast te stellen. Deze zullen aan de Hoge Verdragsluitende Partijen ter instemming of goedkeuring worden aangeboden.

3. Het Comitй van Ministers is bevoegd, de Raad van Bestuur gehoord hebbende, de Directeur-Generaal te machtigen om namens de Organisatie te onderhandelen en, met zijn toestemming, overeenkomsten te sluiten met staten en met intergouvernementele organisaties.

Artikel 1.8. Samenstelling en werkwijze Raad van Bestuur

1. De Raad van Bestuur is samengesteld uit door de Hoge Verdragsluitende Partijen aangewezen leden en wel ййn bestuurder en twee plaatsvervangende bestuurders per land.

2. Hij besluit met algemene stemmen.

3. Hij stelt zijn intern reglement vast.

Artikel 1.9. Bevoegdheden Raad van Bestuur

1. De Raad van Bestuur is bevoegd voorstellen te doen aan het Comitй van Ministers inzake wijzigingen van dit verdrag die noodzakelijk zijn om de conformiteit van dit verdrag met een internationaal verdrag of met regelgeving van de Europese Gemeenschap te verzekeren en inzake andere wijzigingen van dit verdrag die hij wenselijk acht.

2. Hij stelt het uitvoeringsreglement vast.

3. Hij stelt het huishoudelijke en het financiлle reglement van het Bureau vast.

4. Hij wijst aanvullende taken, als bedoeld in artikel 1.3 onder c, op andere gebieden van het recht inzake de intellectuele eigendom aan.

5. Hij besluit over het vestigen van bijkantoren van het Bureau.

6. Hij benoemt de Directeur-Generaal en, de Directeur-Generaal gehoord, de Adjunct-Directeuren-Generaal en oefent te hunnen aanzien de disciplinaire bevoegdheden uit.

7. Hij stelt jaarlijks de begroting van inkomsten en van uitgaven vast, alsmede zonodig de wijzigingen of aanvullingen daarvan, en regelt in het financiлle reglement de wijze waarop het toezicht op de begrotingen en op de uitvoering daarvan zal worden uitgeoefend. Hij stelt de door de Directeur-Generaal opgestelde jaarrekening vast.

Artikel 1.10. Directeur-Generaal

1. De leiding van het Bureau berust bij de Directeur-Generaal die aan de Raad van Bestuur verantwoording is verschuldigd voor de werkzaamheden van het Bureau.

2. De Directeur-Generaal is bevoegd, de Raad van Bestuur gehoord hebbende, de uitoefening van bepaalde hem toekomende bevoegdheden te delegeren aan de Adjunct-Directeuren-Generaal.

3. De Directeur-Generaal en de Adjunct-Directeuren-Generaal zijn onderdaan van de lidstaten. De drie nationaliteiten zijn binnen de directie vertegenwoordigd.

Artikel 1.11. Bevoegdheden Directeur-Generaal

1. De Directeur-Generaal doet voorstellen aan de Raad van Bestuur tot wijziging van het uitvoeringsreglement.

2. Hij neemt alle maatregelen, administratieve daaronder begrepen, om te zorgen voor een juiste uitvoering van de taken van het Bureau.

3. Hij voert het huishoudelijk en het financieel reglement van het Bureau uit en doet voorstellen aan de Raad van Bestuur tot wijziging hiervan.

4. Hij benoemt de personeelsleden en oefent de hiлrarchische en disciplinaire bevoegdheden over hen uit.

5. Hij bereidt de begroting voor, voert deze uit en stelt de jaarrekeningen op.

6. Hij neemt alle andere maatregelen die hij wenselijk acht in het belang van het functioneren van het Bureau.

Artikel 1.12. Financiлn Organisatie

1. De lopende uitgaven van de Organisatie worden gedekt door haar ontvangsten.

2. De Raad van Bestuur kan bij de Hoge Verdragsluitende Partijen een bijdrage aanvragen, bestemd tot dekking van buitengewone uitgaven. Deze bijdrage wordt voor de helft door het Koninkrijk der Nederlanden en voor de helft door de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie gedragen.

Artikel 1.13. Bemiddeling nationale diensten

1. Over het bedrag van de rechten, geпnd terzake van door bemiddeling van de nationale diensten verrichte handelingen, wordt aan deze diensten een percentage uitgekeerd, bestemd tot dekking van de kosten welke deze handelingen meebrengen; dit percentage wordt vastgesteld bij uitvoeringsreglement.

2. Terzake van deze handelingen kunnen door de nationale regelgevingen geen nationale rechten worden vastgesteld.

Artikel 1.14. Erkenning rechterlijke beslissingen

Het gezag van rechterlijke beslissingen die in een van de drie staten met toepassing van dit verdrag worden gegeven, wordt in de beide andere staten erkend, en de door de rechter uitgesproken doorhaling wordt door het Bureau op verzoek van de meest gerede partij verricht, indien:

a. het van de beslissing overgelegd afschrift, naar de wetgeving van het land waar deze beslissing is gegeven, aan de voor de echtheid van het afschrift nodige voorwaarden voldoet;

b. de beslissing niet meer vatbaar is voor verzet, noch hoger beroep, noch voor voorziening in cassatie.

Artikel 1.15. Benelux-Gerechtshof

Het Benelux-Gerechtshof als bedoeld in artikel 1 van het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, neemt kennis van de vragen van uitlegging van dit verdrag en het uitvoeringsreglement, met uitzondering van vragen van uitlegging betreffende het in artikel 1.6, eerste lid, bedoelde protocol inzake voorrechten en immuniteiten.

Artikel 1.16. Toepassing

De toepassing van dit verdrag is beperkt tot het grondgebied van het Koninkrijk Belgiл, het Groothertogdom Luxemburg en het Koninkrijk der Nederlanden in Europa, hierna te noemen het Benelux-gebied".
Adres:
Hogehilweg 19
1101 CB Amsterdam
The Netherlands
Tel:
+31 (0) 203 697 652
Fax:
+31 (0) 453 700 324
Top