Elfde afdeling A. Van het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemenElfde afdeling A. Van het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen Artikel 212aVoor de toepassing van deze afdeling en afdeling 11AA wordt verstaan onder: a. instelling: 1В°. een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; 2В°. een financiлle instelling die een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 3:110, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht heeft; 3В°. een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; 4В°. een centrale tegenpartij, indien deze in het kader van deelname aan het systeem op grond van een overboekingsopdracht effectentegoeden verkrijgt; 5В°. een overheidsinstantie of onderneming met overheidsgarantie; 6В°. een ieder, bedoeld in artikel 3:4 van de Wet op het financieel toezicht, die een vergunning heeft als bedoeld in artikel 2:11 van die wet; 7В°. een clearinginstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht. b. systeem: 1В°. een door de Minister van Financiлn op grond van artikel 212d aangewezen systeem; 2В°. een formele overeenkomst waarop het recht van een lidstaat van de Europese Unie van toepassing is en die door een andere lidstaat van de Europese Unie als systeem in de zin van richtlijn nr. 98/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 19 mei 1998 (PbEG L 166) is aangemeld bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen; c. centrale tegenpartij: een lichaam dat tussen de instellingen die deelnemen aan een systeem, in staat en dat optreedt als de exclusieve tegenpartij van deze instellingen met betrekking tot hun overboekingsopdrachten; d. afwikkelende instantie: een lichaam dat aan instellingen of centrale tegenpartijen die deelnemen aan systemen, afwikkelingsrekeningen beschikbaar stelt via welke overboekingsopdrachten binnen die systemen worden afgewikkeld; e. verrekeningsinstituut: een lichaam dat verantwoordelijk is voor de berekening van de netto posities van de instellingen, een eventuele centrale tegenpartij of een eventuele afwikkelende instantie; f. deelnemer: een instelling, een centrale tegenpartij, een afwikkelende instantie, dan wel een verrekeningsinstituut; g. indirecte deelnemer: een kredietinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, of een financiлle instelling als bedoeld in artikel 1:1 van die wet, die op grond van een overeenkomst met een instelling die deelneemt in een systeem via het systeem een geldsom ter beschikking van een ontvanger kan stellen door middel van een boeking in de rekening van een kredietinstelling, een financiлle instelling, een centrale bank of een afwikkelende instantie; h. centrale bank: een centrale bank van een lidstaat van de Europese Unie, de centrale bank van een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, dan wel de Europese Centrale Bank; i. bijkantoor: een duurzaam in een andere staat dan de staat van de zetel aanwezig onderdeel zonder rechtspersoonlijkheid van een instelling; j. effect: een effect als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; k. overboekingsopdracht: een opdracht door een deelnemer om door middel van een boeking op de rekeningen van een kredietinstelling, een centrale bank of een afwikkelende instantie een geldsom ter beschikking van een ontvanger te stellen, of iedere opdracht die resulteert in het op zich nemen of het nakomen van een betalingsverplichting zoals gedefinieerd in de regels van het systeem, dan wel een opdracht door een deelnemer om door middel van een boeking in een register of anderszins, de rechten op of de rechten ten aanzien van ййn of meer effecten over te boeken; 1. insolventieprocedure: elke collectieve maatregel waarin de wetgeving van een lidstaat of van een derde land voorziet, met het oog op de liquidatie of de sanering van de deelnemer indien een dergelijke maatregel gepaard gaat met opschorting van, of oplegging van beperkingen aan overboekingen en betalingen; m. verrekening: het in ййn nettovordering of nettoverplichting omzetten van vorderingen en verplichtingen die voortvloeien uit overboekingsopdrachten die een deelnemer geeft aan of ontvangt van, dan wel die deelnemers geven aan of ontvangen van, ййn of meer andere deelnemers, met als gevolg dat er alleen een nettovordering of een nettoverplichting ontstaat; n. afwikkelingsrekening: een rekening bij een centrale bank, een afwikkelende instantie of een centrale tegenpartij, die gebruikt wordt voor het houden van geld of effecten en waarmee ook transacties tussen deelnemers aan een systeem worden afgewikkeld. Artikel 212b1. In afwijking van de artikelen 23 en 35 werkt de faillietverklaring van een instelling niet terug tot aan het begin van de dag waarop zij wordt uitgesproken, ten aanzien van een door die instelling vууr het tijdstip van faillietverklaring van die instelling gegeven overboekingsopdracht, opdracht tot verrekening of enige uit een dergelijke opdracht voortvloeiende betaling, levering, verrekening of andere rechtshandeling die benodigd is om de opdracht volledig in het systeem uit te voeren. 2. In afwijking van artikel 63a, geldt de afkoelingsperiode niet voor een bevoegdheid tot verhaal op tot de boedel behorende goederen of tot opeising van goederen die zich in de macht van de gefailleerde of de curator bevinden, noch voor de goederen waarop een dergelijke bevoegdheid betrekking heeft, indien die bevoegdheid is toegekend aan een centrale bank of, in verband met deelname aan het systeem, aan een andere instelling die deelneemt aan het systeem. 3. De artikelen 23, 24, 35, 53, eerste lid, en 54, tweede lid, van deze wet, alsmede artikel 72, aanhef en onder a, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, kunnen niet aan derden worden tegengeworpen ten aanzien van een door een instelling na het tijdstip van faillietverklaring van die instelling gegeven overboekingsopdracht, opdracht tot verrekening of enige uit een dergelijke opdracht voortvloeiende betaling, levering, verrekening of andere rechtshandeling die benodigd is om de opdracht volledig uit te voeren, indien de opdracht in het systeem wordt uitgevoerd op de dag van faillietverklaring en de centrale tegenpartij, de afwikkelende instantie of het verrekeningsinstituut kan aantonen dat deze ten tijde van de uitvoering van de opdracht de faillietverklaring niet kende of behoorde te kennen. 4. Het eerste en het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de toekenning en op de uitoefening van een bevoegdheid als bedoeld in het tweede lid. Artikel 212c1. De griffier van de rechtbank stelt De Nederlandsche Bank N.V. terstond in kennis van de faillietverklaring. 2. De Nederlandsche Bank N.V. stelt daarna terstond de door de Minister van Financiлn op grond van artikel 212d aangewezen systemen, alsmede de bevoegde autoriteiten van de overige lidstaten van de Europese Unie en van de andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, in kennis van de faillietverklaring. Artikel 212d1. De Minister van Financiлn kan, De Nederlandsche Bank N.V. gehoord, als systeem aanwijzen een formele overeenkomst tussen drie of meer deelnemers, een afwikkelende instantie, een centrale tegenpartij, een verrekeningsinstituut of een indirecte deelnemer niet meegerekend, met gemeenschappelijke regels en standaardprocedures voor het uitvoeren van overboekingsopdrachten tussen de deelnemers, waarop het recht van toepassing is van een door de deelnemers gekozen lidstaat van de Europese Unie waarin ten minste ййn van de deelnemers zijn hoofdvestiging heeft. 2. Indien dit noodzakelijk is met het oog op het vermijden van systeemrisico's, kan de Minister van Financiлn, De Nederlandsche Bank N.V. gehoord, als systeem aanwijzen een formele overeenkomst tussen twee deelnemers, een afwikkelende instantie, een centrale tegenpartij, een verrekeningsinstituut of een indirecte deelnemer niet meegerekend, met gemeenschappelijke regels en standaardprocedures voor het uitvoeren van overboekingsopdrachten tussen de deelnemers, waarop het recht van toepassing is van een door de deelnemers gekozen lidstaat waarin ten minste ййn van de deelnemers zijn hoofdvestiging heeft. 3. Aan de beschikking tot aanwijzing als systeem kan de Minister van Financiлn voorschriften verbinden. 4. Het systeem stelt de Minister van Financiлn in kennis van de instellingen die direct of indirect deelnemen aan het systeem, alsmede van elke aanvang of beлindiging van deelname door een instelling aan het systeem. 5. Van een beschikking als bedoeld in het eerste lid wordt in de Staatscourant mededeling gedaan. 6. De Minister van Financiлn meldt de aangewezen systemen aan bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen. Artikel 212eIngeval een insolventieprocedure wordt geopend tegen een instelling, worden de rechten en de verplichtingen die zij uit of in verband met deelname aan dat systeem heeft, bepaald door het recht waardoor dat systeem wordt beheerst. Artikel 212f[Vervallen per 01-05-2008] |
|
Adres:
Hogehilweg 19 1101 CB Amsterdam The Netherlands E-mail:
contact@bl-consultancy.com |