DEEL IVDEEL IV Artikel 281. Er wordt een Comit voor de rechten van de mens (hierna in dit Verdrag te noemen het Comit) ingesteld. Het bestaat uit achttien leden en oefent de hierna te noemen functies uit. 2. Het Comit bestaat uit onderdanen van de Staten die partij zijn bij dit Verdrag, die hoog zedelijk aanzien genieten en erkende bekwaamheid op het gebied van de rechten van de mens bezitten, waarbij dient te worden overwogen dat het lidmaatschap van enige personen die ervaring hebben op juridisch gebied raadzaam is. 3. De leden van het Comit worden gekozen en treden op in hun persoonlijke hoedanigheid. Artikel 291. De leden van het Comitй worden bij geheime stemming gekozen uit een lijst van personen die de kwaliteiten bezitten die in artikel 28 worden genoemd en met dit doel zijn voorgedragen door de Staten die partij zijn bij dit Verdrag. 2. Elke Staat die partij is bij dit Verdrag mag niet meer dan twee personen voordragen. Dezen moeten onderdaan zijn van de Staat die hen voordraagt. 3. Een persoon kan opnieuw worden voorgedragen. Artikel 301. De eerste verkiezing wordt niet later gehouden dan zes maanden na de datum van inwerkingtreding van dit Verdrag. 2. Ten minste vier maanden vууr de datum waarop een verkiezing voor het Comitй plaatsheeft, met uitzondering van een verkiezing ter voorziening in een overeenkomstig het bepaalde in artikel 34 bekendgemaakte vacature, richt de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties een schriftelijk verzoek aan de Staten die partij zijn bij dit Verdrag binnen drie maanden hun voordrachten voor het lidmaatschap van het Comitй in te zenden. 3. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties stelt een alfabetische lijst samen van alle aldus voorgedragen personen, onder aanduiding van de Staten die partij zijn bij dit Verdrag die hen hebben voorgedragen en legt deze uiterlijk ййn maand vууr de datum van elke verkiezing voor aan de Staten die partij zijn bij dit Verdrag. 4. De verkiezingen van de leden van het Comitй worden gehouden op een door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties ten hoofdkantore van de Verenigde Naties te beleggen vergadering van de Staten die partij zijn bij dit Verdrag. Op die vergadering, waarvoor twee derde van de Staten die partij zijn bij dit Verdrag het quorum vormen, zijn degenen die in het Comitй zijn gekozen die voorgedragen personen die het grootste aantal stemmen op zich hebben verenigd, alsmede een absolute meerderheid van de stemmen van de aanwezige vertegenwoordigers van de Staten die partij zijn en hun stem uitbrengen. Artikel 311. Er mag niet meer dan ййn onderdaan van een zelfde Staat lid van het Comitй zijn. 2. Bij het kiezen van het Comitй dient aandacht te worden geschonken aan een billijke geografische verdeling van het lidmaatschap en aan de vertegenwoordiging der verschillende beschavingsvormen en der voornaamste rechtsstelsels. Artikel 321. De leden van het Comitй worden gekozen voor een tijdvak van vier jaar. Zij zijn herkiesbaar indien zij opnieuw worden voorgedragen. De ambtstermijn van negen der bij de eerste verkiezing benoemde leden loopt evenwel na twee jaar af; terstond na de eerste verkiezing worden deze negen leden bij loting aangewezen door de voorzitter van de in artikel 30, lid 4, bedoelde vergadering. 2. Verkiezingen na afloop van een ambtstermijn worden gehouden overeenkomstig de voorgaande artikelen van dit deel van dit Verdrag. Artikel 331. Indien, naar het eenstemmige oordeel van de andere leden, een lid van het Comitй door enige oorzaak, waaronder niet is te verstaan tijdelijke afwezigheid, heeft opgehouden zijn functie uit te oefenen, geeft de voorzitter van het Comitй daarvan kennis aan de Secretaris-Generaal der Verenigde Naties, die vervolgens mededeling doet van het openvallen van de zetel van dat lid. 2. Indien een lid van het Comitй overlijdt of ontslag neemt, geeft de voorzitter daarvan onverwijld kennis aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, die mededeling doet van het openvallen van de zetel met ingang van de datum van het overlijden of de datum waarop het genomen ontslag ingaat. Artikel 341. Indien een vacature wordt bekendgemaakt overeenkomstig het bepaalde in artikel 33 en indien de ambtstermijn van het te vervangen lid niet afloopt binnen een tijdvak van zes maanden na de bekendmaking van de vacature, geeft de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties daarvan bericht aan elk der Staten die partij zijn bij dit Verdrag, die binnen twee maanden overeenkomstig het bepaalde in artikel 29 personen kunnen voordragen ter voorziening in de vacature. 2. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties stelt een alfabetische lijst samen van de aldus voorgedragen personen en legt deze voor aan de Staten die partij zijn bij dit Verdrag. De verkiezing om in de vacature te voorzien wordt vervolgens gehouden overeenkomstig de daarop betrekking hebbende bepalingen van dit deel van dit Verdrag. 3. Een lid van het Comitй dat is gekozen ter voorziening in een vacature die is bekendgemaakt overeenkomstig het bepaalde in artikel 33, blijft in functie voor de rest van de ambtstermijn van het lid wiens zetel in het Comitй is opengevallen overeenkomstig de bepalingen van dat artikel. Artikel 35De leden van het Comitй ontvangen, met goedkeuring van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, uit de middelen van de Verenigde Naties emolumenten op door de Algemene Vergadering vast te stellen voorwaarden, waarbij rekening wordt gehouden met de belangrijkheid van de taken van het Comitй. Artikel 36De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties zorgt voor het personeel en de andere voorzieningen benodigd voor een doelmatige uitoefening van de taken van het Comitй krachtens dit Verdrag. Artikel 371. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties belegt de eerste vergadering van het Comitй ten hoofdkantore van de Verenigde Naties. 2. Na zijn eerste vergadering komt het Comitй bijeen op de tijden voorzien in zijn huishoudelijk reglement. 3. Normaal komt het Comitй bijeen ten hoofdkantore van de Verenigde Naties of op het kantoor van de Verenigde Naties te Genиve. Artikel 38Elk lid van het Comitй verklaart, alvorens zijn taak aan te vangen, ten overstaan van het Comitй plechtig dat hij zich onpartijdig en nauwgezet van zijn taak zal kwijten. Artikel 391. Het Comitй kiest zijn functionarissen voor een ambtstermijn van twee jaar. Zij zijn herkiesbaar. 2. Het Comitй stelt zijn eigen huishoudelijk reglement vast, hierin wordt o.m. bepaald dat: (a) twaalf leden het quorum vormen; (b) besluiten van het Comitй worden genomen met een meerderheid van het aantal door de aanwezige leden uitgebrachte stemmen. Artikel 401. De Staten die partij zijn bij dit Verdrag nemen de verplichting op zich verslag uit te brengen over de maatregelen die zij hebben genomen en die uitvoering geven aan de in dit Verdrag erkende rechten, alsmede over de vooruitgang die valt waar te nemen in het genot van die rechten: (a) binnen een jaar na de inwerkingtreding van dit Verdrag voor de betrokken Staten die er partij bij zijn; en (b) vervolgens telkens wanneer het Comitй dit verzoekt. 2. Alle rapporten worden voorgelegd aan de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, die ze ter bestudering doorzendt aan het Comitй. In deze rapporten dienen de factoren en de eventuele moeilijkheden te worden aangegeven die van invloed zijn op de uitvoering van dit Verdrag. 3. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties kan, na overleg met het Comitй, aan de desbetreffende gespecialiseerde organisaties afschriften doen toekomen van die delen der rapporten die binnen het terrein van hun werkzaamheden vallen. 4. Het Comitй bestudeert de hem door de Staten die partij zijn bij dit Verdrag voorgelegde rapporten. Het zendt zijn rapporten en het door hem passend geoordeelde algemene commentaar aan de Staten die partij zijn. Het Comitй kan dit commentaar, te zamen met de afschriften van de rapporten die het van Staten die partij zijn bij dit Verdrag heeft ontvangen, eveneens toezenden aan de Economische en Sociale Raad. 5. De Staten die partij zijn bij dit Verdrag kunnen opmerkingen ten aanzien van eventueel commentaar dat overeenkomstig het bepaalde in lid 4 van dit artikel wordt geleverd, voorleggen aan het Comitй. Artikel 411. Een Staat die partij is bij dit Verdrag kan, krachtens dit artikel, te allen tijde verklaren, dat hij de bevoegdheid van het Comitй erkent kennisgevingen waarin een Staat die partij is beweert dat een andere Staat die partij is diens uit dit Verdrag voortvloeiende verplichtingen niet nakomt, in ontvangst te nemen en te behandelen. Kennisgevingen als bedoeld in dit artikel kunnen alleen in ontvangst worden genomen en worden behandeld indien zij zijn ingezonden door een Staat die partij is, die een verklaring heeft afgelegd dat hij ten aanzien van zichzelf deze bevoegdheid van het Comitй erkent. Geen kennisgeving wordt door het Comitй in ontvangst genomen, indien het een Staat die partij is betreft, die zulk een verklaring niet heeft afgelegd. Kennisgevingen die krachtens het bepaalde in dit artikel worden ontvangen worden overeenkomstig de volgende procedure behandeld: (a) Indien een Staat die partij is bij dit Verdrag van oordeel is dat een andere Staat die partij is de bepalingen van dit Verdrag niet uitvoert, kan hij door middel van een schriftelijke kennisgeving de zaak onder de aandacht brengen van die Staat die partij is. Binnen drie maanden na ontvangst van de kennisgeving stuurt de ontvangende Staat de Staat die de kennisgeving had gezonden een schriftelijke uiteenzetting of een andere schriftelijke verklaring, waarin de zaak wordt opgehelderd en waarin, voor zover mogelijk en ter zake doende, wordt verwezen naar procedures en rechtsmiddelen die in het land zelf reeds zijn toegepast, nog hangende zijn of waartoe zou kunnen worden overgegaan. (b) Indien de zaak niet tot genoegen van de beide betrokken Staten die partij zijn wordt geregeld binnen zes maanden na ontvangst van de eerste kennisgeving door de ontvangende Staat, heeft elk der beide Staten het recht de zaak bij het Comitй aanhangig te maken, door middel van een kennisgeving die zowel aan het Comitй als aan de andere Staat wordt gezonden. (c) Het Comitй behandelt een bij hem aanhangig gemaakte zaak alleen nadat het er zich van heeft overtuigd dat alle beschikbare binnenlandse rechtsmiddelen in de betrokken zaak zijn benut en uitgeput, in overeenstemming met de algemeen erkende beginselen van het internationale recht. Dit is evenwel niet het geval indien de toepassing der rechtsmiddelen onredelijk lange tijd vergt. (d) Het Comitй komt in besloten zitting bijeen wanneer het kennisgevingen krachtens dit artikel gedaan aan een onderzoek onderwerpt. (e) Met inachtneming van het bepaalde in alinea (c) stelt het Comitй zijn goede diensten ter beschikking van de betrokken Staten die partij zijn, ten einde de zaak in der minne te regelen op basis van eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden als erkend in dit Verdrag. (f) Bij elke bij hem aanhangig gemaakte zaak kan het Comitй tot de betrokken in alinea (b) bedoelde Staten die partij zijn het verzoek richten ter zake dienende inlichtingen te verstrekken. (g) De in alinea (b) bedoelde betrokken Staten die partij zijn hebben het recht zich te doen vertegenwoordigen wanneer de zaak in het Comitй wordt behandeld, en hun standpunt mondeling en/of schriftelijk kenbaar te maken. (h) Het Comitй brengt twaalf maanden na de datum van ontvangst van een kachtens alinea (b) gedane kennisgeving een rapport uit als volgt: (i) indien een oplossing als voorzien in alinea (e) is bereikt, beperkt het Comitй zijn rapport tot een korte uiteenzetting van de feiten en van de bereikte oplossing; (ii) indien geen oplossing als voorzien in alinea (e) is bereikt, beperkt het Comitй zijn rapport tot een korte uiteenzetting van de feiten; de schriftelijk kenbaar gemaakte standpunten en een op schrift gestelde samenvatting van de mondeling naar voren gebrachte standpunten van de Staten die partij zijn, worden aan het rapport gehecht. In elk van beide gevallen wordt het rapport toegezonden aan de betrokken Staten die partij zijn. 2. De bepalingen van dit artikel treden in werking wanneer tien Staten die partij zijn bij dit Verdrag verklaringen hebben afgelegd krachtens het eerste lid van dit artikel. Deze verklaringen worden door de Staten die partij zijn nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, die afschrift daarvan doet toekomen aan de andere Staten die partij zijn. Een zodanige verklaring kan te allen tijde, door middel van een aan de Secretaris-Generaal gerichte kennisgeving, worden ingetrokken. Een zodanige intrekking heeft geen invloed op de behandeling van een zaak die het onderwerp vormt van een kennisgeving die reeds is gedaan krachtens dit artikel; geen enkele volgende kennisgeving door een Staat die partij is wordt in ontvangst genomen nadat de kennisgeving van intrekking van de verklaring door de Secretaris-Generaal is ontvangen, tenzij de betrokken Staat die partij is een nieuwe verklaring heeft afgelegd. Artikel 421. (a) Indien een zaak die, overeenkomstig het bepaalde in artikel 41, bij het Comitй aanhangig is gemaakt, niet is afgewikkeld naar genoegen van de betrokken Staten die partij zijn, kan het Comitй mits daartoe vooraf de toestemming van de betrokken Staten die partij zijn is verkregen, een conciliatiecommissie ad hoc (hierna te noemen de Conciliatiecommissie) benoemen. De goede diensten der Conciliatiecommissie staan ter beschikking van de betrokken Staten die partij zijn met het oog op een minnelijke schikking van de zaak op basis van eerbiediging van de bepalingen van dit Verdrag; (b) De Conciliatiecommissie bestaat uit vijf personen die aanvaardbaar zijn voor de betrokken Staten die partij zijn. Indien de betrokken Staten die partij zijn niet binnen drie maanden tot overeenstemming kunnen komen ten aanzien van de samenstelling van de Conciliatiecommissie, hetzij geheel of ten dele, worden de leden van de Conciliatiecommissie ten aanzien van wie geen overeenstemming kon worden bereikt, bij geheime stemming met twee derde meerderheid door het Comitй uit zijn leden gekozen. 2. De leden van de Conciliatiecommissie treden op in persoonlijke hoedanigheid. Zij mogen geen onderdaan zijn van de betrokken Staten die partij zijn, of van een Staat die geen partij is bij dit Verdrag, of van een Staat die geen verklaring krachtens artikel 41 heeft afgelegd. 3. De Conciliatiecommissie kiest haar eigen voorzitter en stelt haar eigen huishoudelijk reglement vast. 4. De vergaderingen van de Conciliatiecommissie worden als regel ten hoofdkantore van de Verenigde Naties of op het kantoor van de Verenigde Naties te Genиve gehouden. Zij kunnen evenwel op andere door de Conciliatiecommissie in overleg met de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties en de betrokken Staten die partij zijn vast te stellen geschikte plaatsen worden gehouden. 5. Het secretariaat waarin overeenkomstig het bepaalde in artikel 36 is voorzien staat eveneens de krachtens dit artikel ingestelde commissies ten dienste. 6. De door het Comitй ontvangen en geverifieerde gegevens worden ter beschikking gesteld van de Conciliatiecommissie die de betrokken Staten die partij zijn kan verzoeken andere ter zake dienende gegevens te verstrekken. 7. Wanneer de Conciliatiecommissie de zaak grondig heeft overwogen, doch in elk geval niet later dan twaalf maanden nadat haar de zaak in handen is gegeven, legt zij de voorzitter van het Comitй een rapport voor dat ter kennis wordt gebracht van de betrokken Staten die partij zijn. (a) Indien het de Conciliatiecommissie niet mogelijk is haar bestudering van de zaak binnen twaalf maanden te beлindigen, beperkt zij haar rapport tot een korte verklaring tot waar zij met de bestudering van de zaak is gevorderd. (b) Indien een minnelijke schikking op basis van eerbied voor de rechten van de mens zoals deze in dit Verdrag worden erkend wordt bereikt, beperkt de Conciliatiecommissie haar rapport tot een korte uiteenzetting van de feiten en van de gevonden oplossing. (c) Indien geen schikking als bedoeld in alinea (b) wordt bereikt, bevat het rapport van de Conciliatiecommissie een overzicht van haar bevindingen met betrekking tot alle feitelijke gegevens die betrekking hebben op de geschilpunten tussen de betrokken Staten die partij zijn, en haar inzichten ten aanzien van de mogelijkheid van een minnelijke schikking van de zaak. In dit rapport dienen tevens de schriftelijke en een overzicht van de mondelinge verklaringen die door de betrokken Staten die partij zijn zijn afgelegd te worden opgenomen. (d) Indien het rapport van de Conciliatiecommissie wordt ingediend overeenkomstig alinea (c), delen de betrokken Staten die partij zijn binnen drie maanden na ontvangst van het rapport de voorzitter van het Comitй mede of zij de inhoud van het rapport van de Conciliatiecommissie al dan niet aanvaarden. 8. De bepalingen van dit artikel laten de verantwoordelijkheden van het Comitй uit hoofde van artikel 41 onverlet. 9. De betrokken Staten die partij zijn komen gelijkelijk op voor alle onkosten die door de leden van de Conciliatiecommissie worden gemaakt, overeenkomstig ramingen die door de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties worden verstrekt. 10. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties is bevoegd de onkosten van de leden van de Conciliatiecommissie te betalen, zo nodig, voordat deze, overeenkomstig het bepaalde in lid 9 van dit artikel, door de betrokken Staten die partij zijn worden vergoed. Artikel 43De leden van het Comitй en van de conciliatiecommissies ad hoc die kunnen worden ingesteld krachtens het bepaalde in artikel 42, genieten de faciliteiten, voorrechten en immuniteiten van deskundigen die zijn uitgezonden door de Verenigde Naties, zoals die zijn vastgesteld in de desbetreffende delen van het Verdrag nopens de voorrechten en immuniteiten van de Verenigde Naties. Artikel 44De bepalingen voor de uitvoering van dit Verdrag zijn van toepassing, onverminderd de procedures die ter zake van de rechten van de mens worden voorgeschreven door of krachtens de oprichtingsakten en de overeenkomsten van de Verenigde Naties en de gespecialiseerde organisaties en vormen geen beletsel voor de Staten die partij zijn bij dit Verdrag hun toevlucht te nemen tot andere procedures ter regeling van een geschil, overeenkomstig tussen hen van kracht zijnde algemene of bijzondere internationale overeenkomsten. Artikel 45Het Comitй doet, door tussenkomst van de Economische en Sociale Raad, de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties een jaarverslag van zijn werkzaamheden toekomen. |
|
Adres:
Hogehilweg 19 1101 CB Amsterdam The Netherlands E-mail:
contact@bl-consultancy.com |