Beginpagina Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
De partners van deze website verlenen juridische en zakelijke diensten aan zowel Nederlandse als Internationale ondernemingen. Business Legal Consultancy vormt een marketing- en communicatieverlengstuk van de partners voor het verlenen van juridisch en zakelijk advies alsmede bijstand aan nationaal en internationaal opererende bedrijven.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is wettelijke bepalingen vast te stellen betreffende het giraal effectenverkeer;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

"Onze Minister": Onze Minister van Financiлn;

"het centraal instituut": een als zodanig door Onze Minister aangewezen rechtspersoon;

"een aangesloten instelling": degene die als zodanig door het centraal instituut is toegelaten;

"effecten": de effecten ten aanzien waarvan het centraal instituut heeft bepaald dat zij tot een verzameldepot en een girodepot in de zin van de wet kunnen behoren.

Artikel 2

1. Vanwege Onze Minister wordt toezicht uitgeoefend op het centraal instituut. De toezichthouder wordt door Onze Minister benoemd en ontslagen.

2. De toezichthouder heeft het recht de vergaderingen van de organen van het centraal instituut bij te wonen en aldaar een raadgevende stem uit te brengen.

3. Het bestuur van het centraal instituut is gehouden aan de toezichthouder al die inlichtingen te verstrekken welke deze tot een behoorlijke uitoefening van het toezicht nodig acht.

4. Onze Minister kan nadere regels vaststellen betreffende dit toezicht. Deze regels worden bekend gemaakt in de Nederlandse Staatscourant.

5. Wijziging van de statuten van het centraal instituut behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van Onze Minister.

Artikel 3

1. Onze Minister kan op voordracht van de toezichthouder besluiten van organen van het centraal instituut vernietigen wegens strijd met de statuten, met de in artikel 4 bedoelde regels of met de eisen van een behoorlijk giraal effectenverkeer.

2. Een voordracht tot vernietiging moet worden gedaan binnen tien dagen na die waarop de toezichthouder van het besluit heeft kennis gekregen. Hangende de beslissing op de voordracht is het besluit geschorst.

3. Onze Minister geeft zijn beschikking binnen zestig dagen na die waarop de voordracht tot vernietiging is gedaan. Is binnen die termijn geen beschikking gegeven, dan neemt de schorsing van het besluit een einde en kan het besluit niet meer door Onze Minister worden vernietigd. Onze Minister kan zijn beslissing ten hoogste tweemaal voor zestig dagen verdagen. Van iedere verdaging wordt vууr de afloop van de termijn schriftelijk aan het centraal instituut en de toezichthouder kennis gegeven.

4. De toezichthouder geeft van een voordracht tot vernietiging onverwijld kennis aan het centraal instituut. Onze Minister geeft van zijn beschikking onverwijld kennis aan de toezichthouder en aan het centraal instituut.

Artikel 4

Het centraal instituut stelt regels vast betreffende de toelating als aangesloten instelling en betreffende de intrekking van zodanige toelating. Deze regels behoeven de goedkeuring van Onze Minister en worden bekend gemaakt in de Nederlandse Staatscourant.

Artikel 5

Degene wiens verzoek tot toelating als aangesloten instelling is afgewezen of degene wiens toelating als aangesloten instelling is ingetrokken, kan daartegen in beroep komen bij Onze Minister.

Artikel 6

[Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 7

1. De werking van het besluit tot intrekking van de toelating als aangesloten instelling wordt opgeschort totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.

2. Nadat de intrekking onherroepelijk is geworden, behoudt de aangesloten instelling haar hoedanigheid, voor zover dit nodig is voor de afwikkeling van de verzameldepots die op het tijdstip waarop de beslissing onherroepelijk is geworden, reeds bestonden.

Artikel 8

Het centraal instituut bepaalt welke effecten voor de toepassing van deze wet als effecten van eenzelfde soort zullen worden beschouwd.

Artikel 8a

Tot een verzameldepot en een girodepot kunnen niet behoren effecten op naam waarvan de overdraagbaarheid bij de statuten respectievelijk de voorwaarden van uitgifte is beperkt of uitgesloten, tenzij deze zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

Adres:
Hogehilweg 19
1101 CB Amsterdam
The Netherlands
Tel:
+31 (0) 203 697 652
Fax:
+31 (0) 453 700 324
Top