Hoofdstuk 11. Overgangs- en slotbepalingenHoofdstuk 11. Overgangs- en slotbepalingen Artikel 63Deze wet is niet van toepassing op de oudkomer die op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt 60 jaar of ouder is. Artikel 641. Onverminderd artikel 7 blijft het bepaalde bij en krachtens de Wet inburgering nieuwkomers van toepassing op de inburgeringsplichtige die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet: a. nieuwkomer was in de zin van die wet, en b. heeft voldaan aan de in artikel 2, eerste lid, van die wet bedoelde verplichting. 2. Een met toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdeel a, juncto derde lid, onderdeel a, van de Wet inburgering nieuwkomers verleende ontheffing wordt aangemerkt als een ontheffing in de zin van artikel 6, eerste lid, van deze wet. 3. Zolang het bepaalde bij en krachtens de Wet inburgering nieuwkomers op hem van toepassing is, zijn de artikelen 55, 56 en 62 niet van toepassing ten aanzien van de inburgeringsplichtige, bedoeld in het eerste lid. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de invoering van deze wet. Artikel 65Het college van een gemeente die op 1 januari 2006 beschikt over een voor dit tijdstip opgebouwde reserve aan op grond van de Wet inburgering nieuwkomers verstrekte, maar niet bestede rijksbijdragen, wendt deze aan voor het aanbieden van inburgeringsprogramma's aan anderen dan nieuwkomers overeenkomstig door Onze Minister te stellen regels. Artikel 66Het college van een gemeente die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet beschikt over een in artikel 65 bedoelde reserve, wendt deze aan voor het aanbieden van inburgeringsvoorzieningen overeenkomstig de artikelen 19, eerste lid, en 20. Artikel 67Op rijksbijdragen die op grond van de Wet inburgering nieuwkomers zijn verstrekt ten behoeve van tijdvakken voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, blijft het recht zoals dat voor het desbetreffende tijdvak gold van toepassing. Artikel 681. Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan aan regionale opleidingencentra als bedoeld in artikel 1.3.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs een vergoeding toekennen in verband met de invoering van deze wet. 2. Bij regeling van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap worden regels gesteld met betrekking tot de vergoeding. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op: a. de criteria voor het verstrekken van de vergoeding; b. de hoogte van de vergoeding; c. de verantwoording; d. de betaling en de terugvordering. Artikel 69[Wijzigt deze wet.] Artikel 70[Wijzigt deze wet.] Artikel 71Onze Minister zendt binnen vier jaar na inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Artikel 72De Wet inburgering nieuwkomers wordt ingetrokken. Artikel 73Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. In dat besluit kan worden bepaald dat artikel 65 terugwerkt tot en met 1 januari 2006. Artikel 74Deze wet wordt aangehaald als: Wet inburgering. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven te -Gravenhage, 30 november 2006 Beatrix De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie , Uitgegeven de zevende december 2006 De Minister van Justitie , E. M. H. Hirsch Ballin |
|
Adres:
Hogehilweg 19 1101 CB Amsterdam The Netherlands E-mail:
contact@bl-consultancy.com |