Beginpagina Hoofdstuk 13. Familiebezoek
De partners van deze website verlenen juridische en zakelijke diensten aan zowel Nederlandse als Internationale ondernemingen. Business Legal Consultancy vormt een marketing- en communicatieverlengstuk van de partners voor het verlenen van juridisch en zakelijk advies alsmede bijstand aan nationaal en internationaal opererende bedrijven.

Hoofdstuk 13. Familiebezoek

Hoofdstuk 13. Familiebezoek

§1. Inleiding

In beginsel wordt verblijf voor familiebezoek voor maximaal drie maanden toegestaan. Voor deze periode kan aan visumplichtige vreemdelingen een reisvisum worden verleend. Niet-visumplichtige vreemdelingen kunnen gedurende hun vrije termijn voor familiebezoek in Nederland verblijven (zie A2/4.2.2 en A2/4.4).

Voorts is familiebezoek voor langer dan drie maanden mogelijk. Artikel 3.29 Vb geeft het kader waarbinnen aan een vreemdeling verblijf kan worden toegestaan voor familiebezoek. Indien aan de in dit artikel vermelde voorwaarden is voldaan, is de Minister bevoegd, doch niet verplicht, de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen. In dit hoofdstuk wordt uiteengezet onder welke voorwaarden van die bevoegdheid gebruik wordt gemaakt en de verblijfsvergunning kan worden verleend. Daarnaast zijn de algemene voorwaarden van artikel 16 Vw en B1/4 van toepassing, tenzij anders is aangegeven.

§2. Voorwaarden familiebezoek

Voor alle vreemdelingen uit mvv-plichtige landen die voor familiebezoek van langer dan drie maanden in Nederland willen verblijven, geldt dat zij tevoren in het buitenland een aanvraag om een mvv moeten hebben ingediend en deze hebben verkregen (zie B1/1.1 en B1/1.2).

In aanvulling op de algemene voorwaarden van artikel 16 Vw voor de verlening van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als genoemd in B1, dient een vreemdeling die voor familiebezoek van maximaal zes maanden in Nederland wil verblijven, te voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden:

a. de vreemdeling dient te beschikken over een geldig document voor grensoverschrijding dat de wedertoelating tot het land van herkomst waarborgt (zie artikel 3.29, eerste lid, onder b, Vb);

b. de vreemdeling heeft een familierechtelijke betrekking met een Nederlander dan wel met een in Nederland verblijvend familielid, dat rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, dan wel l, Vw (zie artikel 3.29, eerste lid, onder a, Vb); en

c. de vreemdeling dient te beschikken over voldoende middelen van bestaan voor de kosten van levensonderhoud gedurende het voorgenomen verblijf en over middelen (bijvoorbeeld een reisbiljet) voor de terugreis (zie artikel 3.29, tweede en derde lid, Vb).

Ad b.

Voor verblijf voor familiebezoek worden de volgende personen als familieleden aangemerkt:

echtgenoten of geregistreerde partners;

bloedverwanten tot en met de vierde graad; en

aanverwanten tot en met de tweede graad.

Onder bloedverwanten wordt verstaan: ouders (1e graad), kinderen (1e graad), broers/zussen (2e graad) grootouders (2e graad), ooms/tantes (3e graad) en neven/nichten (4e graad).

Onder aanverwanten wordt verstaan: zwagers/schoonzussen (2e graad), schoonzoons/ schoondochters (1e graad), schoonmoeders/schoonvaders (1e graad), stiefkinderen (1e graad), stiefouders (1e graad) en stiefbroers/stiefzussen (2e graad).

De familierechtelijke betrekking kan worden aangetoond met documenten, zoals een trouwboekje, geboorteakte etcetera.

Ad c.

Op grond van artikel 3.29, tweede lid, Vb zijn in afwijking van artikel 3.75 Vb middelen van bestaan duurzaam, indien zij voor de duur van het voorgenomen verblijf beschikbaar zijn.

Indien de vreemdeling de duur van het voorgenomen verblijf niet reeds bij het indienen van de aanvraag aantoont, wordt aangenomen dat het voorgenomen verblijf zich zal uitstrekken tot ййn jaar na het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen of de beschikking wordt gegeven. De bestaansmiddelen worden dan duurzaam geacht indien zij nog ййn jaar beschikbaar zijn op het tijdstip waarop de aanvraag is ontvangen of de beschikking wordt gegeven, dan wel enig tussenliggend moment.

Garantstelling door familielid of andere relatie

Indien de eigen financiлle middelen van de vreemdeling ontoereikend zijn, kan het verblijf slechts worden toegestaan wanneer het familielid of een andere relatie zich schriftelijk garant (zie bijlage 6c VV) heeft gesteld voor de kosten van het levensonderhoud en van de terugreis. Hierbij geldt slechts dat ййn persoon (het familielid of de andere relatie) en diens (geregistreerde of huwelijks-)partner het verblijf kunnen bekostigen en garant staan.

Voldoende middelen van familielid of andere relatie

Het familielid of een andere relatie dient te beschikken over voldoende, zelfstandig verworven middelen van bestaan voor zichzelf (en zijn gezin) en voor de kosten van het levensonderhoud van de vreemdeling voor de duur van het voorgenomen verblijf van de vreemdeling. Onder voldoende middelen van bestaan wordt verstaan een netto-inkomen, gelijk aan het bestaansminimum, bedoeld in de Wwb, voor de desbetreffende categorie, aangevuld met het bestaansminimum voor alleenstaanden van 21 jaar of ouder (artikel 3.29, derde lid, Vb).

Bekostiging verblijf familiebezoek van meerdere vreemdelingen

Als het in Nederland gevestigde familielid of de in Nederland gevestigde andere relatie het verblijf van meerdere vreemdelingen wil bekostigen, geldt als voldoende middelen van bestaan een netto-inkomen, gelijk aan het bestaansminimum, bedoeld in de Wwb, voor de desbetreffende categorie, aangevuld met voor iedere betrokken vreemdeling het bestaansminimum voor alleenstaanden van 21 jaar of ouder.

Als bijvoorbeeld twee vreemdelingen naar Nederland komen voor familiebezoek geldt als voldoende middelen van bestaan een netto-inkomen, gelijk aan het bestaansminimum, bedoeld in de Wwb, voor de desbetreffende categorie, aangevuld met tweemaal het bestaansminimum voor alleenstaanden van 21 jaar of ouder.

Middelen familie- en gezinsleden en andere relaties garantsteller

Bij de berekening van het inkomen worden de inkomsten van eventuele familie- en gezinsleden, en van andere relaties van de garantsteller niet meegeteld, met uitzondering van het inkomen van de (geregistreerd of huwelijks-)partner. Indien ook de bestaansmiddelen van de garantsteller niet voldoende zijn, wordt de aanvraag afgewezen en worden de (eveneens ontoereikende) eigen financiлle middelen van de vreemdeling daar niet bij opgeteld.

Meetellen gezinsinkomen in het kader van familiebezoek

Indien de garantsteller (het familielid bij wie de vreemdeling verblijf beoogt) een naar Nederlands internationaal privaatrecht geldig huwelijk of een in Nederland geregistreerd partnerschap is aangegaan, dan wel een relatie onderhoudt in de zin van artikel 3.14, onder b, Vb met een persoon die rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8, onder a tot en met e, dan wel l, Vw, dan wel Nederlander is, kan het duurzame, zelfstandig verworven netto-inkomen van die persoon worden meegeteld bij de berekening van de bestaansmiddelen.

In deze gevallen zijn de middelen van bestaan voldoende, indien het gezamenlijke netto-inkomen gelijk is aan de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 21, onder c, Wwb, voor de categorie echtparen en gezinnen, aangevuld met voor iedere betrokken vreemdeling het bestaansminimum voor alleenstaanden van 21 jaar of ouder.

Als aanvullende voorwaarde geldt dan dat ondertekening van de garantverklaring, bedoeld in artikel 3.29, derde lid, Vb geschiedt door de garantsteller en bedoelde (geregistreerde of huwelijks-)partner.

§3. Beperking, arbeidsmarktaantekeningen en voorschrift

De verblijfsvergunning wordt verleend onder de beperking: ˜voor familiebezoek bij ....... (naam familielid) van ten hoogste zes maanden, met de arbeidsmarktaantekening ˜Arbeid niet toegestaan.

In het geval degene die familiebezoek beoogt onderdaan is van een Lidstaat van de EU/EER of van Zwitserland wordt de verblijfsvergunning verleend onder de beperking: ˜voor familiebezoek bij ........ (naam familielid) van ten hoogste zes maanden. De arbeidsmarktaantekening luidt: ˜Arbeid vrij toegestaan. TWV niet vereist.

Aan de vergunning wordt als voorschrift verbonden de verplichting voldoende verzekerd te zijn tegen ziektekosten met inbegrip van de kosten verbonden aan opname en verpleging in een sanatorium of een psychiatrische inrichting.

§4. Geldigheidsduur van de verblijfsvergunning

De verblijfsvergunning wordt verleend met een geldigheidsduur van maximaal zes maanden, te berekenen vanaf de dag na inreis in Nederland (zie artikel 3.70 Vb).

Adres:
Hogehilweg 19
1101 CB Amsterdam
The Netherlands
Tel:
+31 (0) 203 697 652
Fax:
+31 (0) 453 700 324
Top