Beginpagina Hoofdstuk 5. Arbeids- en rusttijden, bijzondere afwijkingen en aanvullingen
De partners van deze website verlenen juridische en zakelijke diensten aan zowel Nederlandse als Internationale ondernemingen. Business Legal Consultancy vormt een marketing- en communicatieverlengstuk van de partners voor het verlenen van juridisch en zakelijk advies alsmede bijstand aan nationaal en internationaal opererende bedrijven.

Hoofdstuk 5. Arbeids- en rusttijden, bijzondere afwijkingen en aanvullingen

Hoofdstuk 5. Arbeids- en rusttijden, bijzondere afwijkingen en aanvullingen

§ 5.1. Baggerwerkzaamheden

Begrip baggerwerkzaamheden

Artikel 5.1:1

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder baggerwerkzaamheden: werkzaamheden die bestaan uit het baggeren, zuigen, opspuiten, verplaatsen of winnen van materialen voor industriлle, bouwkundige of andere doeleinden en de direct daarmee samenhangende werkzaamheden.

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.1:2

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op baggerwerkzaamheden op het Nederlands territoir, verricht door een werknemer van 18 jaar of ouder die geen schepeling als bedoeld in artikel 6.1:2 van het Arbeidstijdenbesluit vervoer of bemanningslid als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Binnenvaartwet is.

Arbeids- en rusttijden

Artikel 5.1:3

1. De artikelen 5:7, tweede lid, onder b, en 5:8 van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert arbeid zodanig, dat de werknemer ten hoogste 72 uren per week arbeid verricht.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer die arbeid in nachtdienst verricht:

a. ten hoogste arbeid verricht gedurende 11 uren in een nachtdienst;

b. aansluitend op een nachtdienst een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 12 uren;

c. na een reeks van ten minste 3 en ten hoogste 7 malen achtereenvolgend arbeid te hebben verricht in een nachtdienst, een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 60 uren;

d. in elke periode van 16 aaneengesloten weken ten hoogste 36 malen arbeid verricht in een nachtdienst die eindigt na 02.00 uur, en

e. in elke periode van 16 aaneengesloten weken waarin de werknemer 16 of meer malen arbeid in een nachtdienst verricht ten hoogste gemiddeld 40 uren per week arbeid verricht in die periode van 16 aaneengesloten weken.

4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede of derde lid, is nietig.

Arbeid in nachtdienst [Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.1:4

[Vervallen per 01-04-2007]

Pauze

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.1:5

[Vervallen per 01-04-2007]

§ 5.2

[Vervallen per 01-04-2007]

Toepasselijkheid van de paragraaf

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.2:1

[Vervallen per 01-04-2007]

Arbeid op zaterdag en zondag

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.2:2

[Vervallen per 01-04-2007]

Arbeid in nachtdienst

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.2:3

[Vervallen per 01-04-2007]

Pauze

Artikel 5.2:4 [Vervallen per 01-07-1997]

§ 5.3. Brandweer

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.3:1

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op arbeid verricht door de werknemer van 18 jaar of ouder:

a. die met goed gevolg een brandweeropleiding heeft afgesloten met een vanwege Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties afgenomen examen dan wel door voornoemd minister is vrijgesteld van de aan die opleiding verbonden diploma-eis en die als zodanig werkzaam is;

b. die in directe samenhang met de in onderdeel a bedoelde werknemer arbeid verricht voor de in dat onderdeel bedoelde arbeid.

Consignatie vrijwillige brandweer en samenloop

Artikel 5.3:2

1. Artikel 5:9, vierde lid, van de wet is niet van toepassing, indien het tweede lid wordt toegepast.

2. In aanvulling op artikel 5:7, tweede lid, onder a, van de wet organiseert de werkgever de arbeid zodanig, dat de werknemer aan wie als vrijwillige brandweer consignatie is opgelegd ten hoogste 14 uren in elke periode van 24 aaneengesloten uren arbeid verricht.

3. De artikelen 5:9, vijfde en zesde lid, en 5:15, eerste tot en met vierde lid, van de wet zijn niet van toepassing op de vrijwillige brandweer.

Consignatie commandant of ondercommandant vrijwillige brandweer

Artikel 5.3:3

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op een werknemer die in de functie van commandant of ondercommandant als vrijwillige brandweer consignatie is opgelegd.

2. Artikel 5:9, tweede lid, van de wet is niet van toepassing als het derde lid wordt toegepast.

3. Indien dit door het nemen van andere maatregelen redelijkerwijs niet is te voorkomen, organiseert de werkgever de arbeid zodanig, dat de in het eerste lid bedoelde werknemer in elke aaneengesloten periode van 182 maal 24 uren ten minste 91 maal een periode van 24 aaneengesloten uren geen consignatie wordt opgelegd.

4. Artikel 5:9, derde lid, van de wet is niet van toepassing op een werknemer als bedoeld in het eerste lid.

Aanwezigheidsdienst brandweer

Artikel 5.3:4

1. Dit artikel is niet van toepassing op de werknemer die als vrijwillige brandweer arbeid verricht.

2. De werkgever organiseert in afwijking van artikel 4.8:1, derde lid, onderdeel a, de arbeid zodanig dat de werknemer ten hoogste 62 maal in elke periode van 26 achtereenvolgende weken een aanwezigheidsdienst wordt opgelegd.

3. Artikel 4.8:1, derde lid, onderdeel c, blijft buiten toepassing, indien zich incidentele en onvoorziene omstandigheden voordoen waardoor het aantal werknemers dat nodig is om een onbelemmerde voortgang van de dienst te waarborgen, onder het vereiste minimum komt.

Aanwezigheidsdienst vrijwillige brandweer

Artikel 5.3:5

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op de werknemer die als vrijwillige brandweer arbeid verricht.

2. De werkgever organiseert in afwijking van artikel 4.8:1, derde lid, onderdeel a, de arbeid zodanig dat de werknemer ten hoogste eenmaal in elke aaneengesloten tijdruimte van 7 maal 24 uren een aanwezigheidsdienst wordt opgelegd.

3. Artikel 4.8:1, derde lid, onderdeel c, kan eenmaal in elke aaneengesloten tijdruimte van 7 maal 24 uren buiten toepassing worden gelaten.

§ 5.4. Brood- en banketbakkerij

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.4:1

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op arbeid de werknemer verricht en die die bestaat uit het bakken van brood en banket en de direct daarmee samenhangende werkzaamheden.

Arbeid in nachtdienst

Artikel 5.4:2

1. Artikel 5:8, vijfde lid, van de wet is niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat een werknemer na het verrichten van een reeks van 3 en ten hoogste 6 achtereenvolgende nachtdiensten een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 36 uren.

3. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin of het tweede lid, is nietig.

Jeugdige werknemers in opleiding

Artikel 5.4:3

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op arbeid verricht in nachtdienst door een jeugdige werknemer die een opleiding volgt tot brood- en banketbakker, tot broodbakker of tot leidinggevende in de bakkerij door middel van hetzij een beroepsbegeleidende hetzij een beroepsopleidende leerweg in het kader van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, voorzover die arbeid noodzakelijk is in het kader van die opleiding.

2. Artikel 5:3, eerste lid, van de wet is niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de jeugdige werknemer die arbeid in nachtdienst verricht:

a. geen arbeid verricht tussen 22.00 uur en 04.00 uur;

b. ten hoogste 8 uren per nachtdienst en 40 uren per week arbeid verricht;

c. ten hoogste 4 maal in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren arbeid in nachtdienst verricht;

d. na het verrichten van arbeid in nachtdienst een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 14 uren.

4. De in het derde lid, onder c, bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de jeugdige werknemer arbeid verricht.

5. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede, derde, of vierde lid, is nietig.

Permanente nachtarbeid

Artikel 5.4:4

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op brood- en banketbakkerijen waar op ambachtelijke wijze werkzaamheden worden verricht en waar uitsluitend of in hoofdzaak wordt geproduceerd voor een of meer eigen brood- en banketwinkels.

2. Artikel 5:8, achtste en negende lid, van de wet is niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat een werknemer in elke periode van 4 aaneengesloten weken ten hoogste 20 malen arbeid verricht in een nachtdienst die eindigt na 02.00 uur.

4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het eerste of derde lid, is nietig.

§ 5.5. Sneeuw- en gladheidsbestrijding

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.5:1

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op werkzaamheden, verricht door een werknemer van 18 jaar of ouder, in het kader van sneeuw- en gladheidsbestrijding in verband met de veiligheid op verkeerswegen of de vliegveiligheid van het luchtverkeer in de periode van 1 november tot 1 april.

Consignatie

Artikel 5.5:2

1. Artikel 5:9, vijfde lid, van de wet is niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat in afwijking van artikel 5:7, tweede lid, onder c, van de wet de werknemer aan wie in een periode van 16 aaneengesloten weken 16 of meer malen consignatie is opgelegd, welke consignatie telkens geheel of gedeeltelijk perioden tussen 00.00 uur en 06.00 uur omvat, in die periode van 16 aaneengesloten weken ten hoogste gemiddeld 50 uren per week arbeid verricht en in elke periode van 52 weken ten hoogste 40 uren per week arbeid verricht.

3. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin of het tweede lid, is nietig.

§ 5.6. Defensie

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.6:1

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op arbeid verricht door defensiepersoneel dat als zodanig werkzaam is.

Jeugdige werknemers

Artikel 5.6:2

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op arbeid verricht door defensiepersoneel als bedoeld in artikel 1:7, onderdeel b, onder 1° en 2°, van de wet.

2. Voor de toepassing van paragraaf 5.2 van de wet wordt de jeugdige werknemer, met inachtneming van het derde lid, gelijkgesteld aan de werknemer van 18 jaar of ouder. Voor de toepassing van dit besluit, met uitzondering van hoofdstuk 2, is de eerste volzin van overeenkomstige toepassing.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de jeugdige werknemer in elke periode van 16 aaneengesloten weken gemiddeld ten hoogste 40 uren per week arbeid verricht.

Arbeid op zaterdag en zondag [Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.6:3

[Vervallen per 01-04-2007]

Aanwezigheidsdienst

[Vervallen per 01-06-2006]

Artikel 5.6:4

[Vervallen per 01-06-2006]

Piket

[Vervallen per 01-06-2006]

Artikel 5.6:5

[Vervallen per 01-06-2006]

Militaire luchtvaart

[Vervallen per 21-02-2003]

Artikel 5.6:6

[Vervallen per 21-02-2003]

Artikel 5.6:7

[Vervallen per 31-10-1997]

§ 5.7. Personenchauffeurs

Artikel 5.7:1. Toepasselijkheid van de paragraaf en definitie

1. Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op arbeid verricht door personenchauffeurs.

2. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder personenchauffeur verstaan: persoon die als chauffeur uitsluitend of nagenoeg uitsluitend is belast met het vervoer van doorgaans dezelfde persoon per auto.

Artikel 5.7:2. Arbeids- en rusttijden

1. De artikelen 5:3, tweede lid, 5:7, tweede lid, onderdelen a en b, 5:8, eerste tot en met vijfde lid, en 5:9, derde tot en met zesde lid, van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de personenchauffeur:

a. gedurende ten hoogste 7 maal in elke periode van 14 aaneengesloten dagen arbeid verricht;

b. een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 8 uren in elke aaneengesloten periode van 24 uren welke rusttijd 3 maal in elke periode van 7 dagen mag worden ingekort tot ten minste 6 uren.

3. De in het tweede lid, onder b, bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de personenchauffeur arbeid verricht.

4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede lid, is nietig.

Artikel 5.7:3. Rijtijden

1. De dagelijkse rijtijd van een personenchauffeur bedraagt niet meer dan 9 uren per dag, welke rijtijd 2 maal in elke periode van 7 dagen mag worden verlengd tot 10 uren per dag.

2. Onverminderd artikel 5:4 van de wet, wordt de dagelijkse rijtijd onderbroken, indien door vermoeidheid van de personenchauffeur de verkeersveiligheid in het gedrang komt of dreigt te komen.

3. De wekelijkse rijtijd van een personenchauffeur bedraagt niet meer dan 56 uren in elke periode van 7 dagen.

§ 5.8. Horecabedrijf

Permanente nachtarbeid

Artikel 5.8:1

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op uitgaansgelegenheden zoals cafйs, casino en discotheken waar uitsluitend of in hoofdzaak werkzaamheden worden verricht in een nachtdienst.

2. Artikel 5:8, achtste en negende lid, van de wet is niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat een werknemer in elke periode van 4 aaneengesloten weken ten hoogste 20 malen arbeid verricht in een nachtdienst die eindigt na 02.00 uur.

4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het eerste of derde lid, is nietig.

Toepasselijkheid van de paragraaf [Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.8:2

[Vervallen per 01-04-2007]

Arbeid in nachtdienst

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.8:3

[Vervallen per 01-04-2007]

§ 5.9

[Vervallen per 01-06-2006]

Begrip inlichtingen- en veiligheidsdienst

[Vervallen per 01-06-2006]

Artikel 5.9:1

[Vervallen per 01-06-2006]

Toepasselijkheid van de paragraaf

[Vervallen per 01-06-2006]

Artikel 5.9:2

[Vervallen per 01-06-2006]

Piket

[Vervallen per 01-06-2006]

Artikel 5.9:3

[Vervallen per 01-06-2006]

§ 5.10. Inwonend huishoudelijk personeel

Toepasselijkheid van de paragraaf en definitie

Artikel 5.10:1

1. Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op arbeid verricht door een werknemer van 18 jaar of ouder, die arbeid van huishoudelijke aard verricht in of ten behoeve van een particuliere huishouding, waarbij die werknemer in de particuliere huishouding inwoont.

2. Onder arbeid als bedoeld in het eerste lid wordt mede verstaan arbeid van huishoudelijke aard, verricht in de ruimte die de werkgever gebruikt om geheel of gedeeltelijk door middel van werkzaamheden in zijn levensonderhoud te voorzien.

Arbeids- en rusttijden

Artikel 5.10:2

1. De paragrafen 4.1 en 5.2 en de daarop berustende bepalingen en hoofdstuk 6 van de wet alsmede hoofdstuk 5, met uitzondering van deze paragraaf, zijn niet van toepassing.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer:

a. een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 9 uren in elke aaneengesloten periode van 24 uren;

b. na ten hoogste 4 aaneengesloten uren arbeid in een dienst zijn arbeid wordt onderbroken door een pauze;

c. een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 36 uren in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren;

d. op ten minste 13 zondagen in elke periode van 52 aaneengesloten weken geen arbeid verricht, en

e. ten hoogste 60 uren per week en gemiddeld 48 uren per week in elke periode van 16 aaneengesloten weken arbeid verricht.

3. De in het tweede lid, onder a, bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de werknemer arbeid verricht.

4. Elke beding waarbij ten nadele van de werknemer wordt afgeweken van deze paragraaf, is nietig.

§ 5.11. Vrijwillige politie

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.11:1

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op arbeid verricht door een werknemer van 18 jaar of ouder als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van de Politiewet 1993.

Samenloop

Artikel 5.11:2

Artikel 5:15, eerste tot en met vierde lid, van de wet is niet van toepassing.

Arbeids- en rusttijden

Artikel 5.11:3

1. De artikelen 5:3, tweede lid, 5:5, tweede lid, en 5:8, eerste en derde lid, van de wet zijn ten hoogste eenmaal in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren niet van toepassing, indien de werkgever de arbeid zodanig organiseert, dat de werknemer in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren:

a. hetzij een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 24 uren;

b. hetzij een rusttijd heeft van ten minste 11 uren in een aaneengesloten periode van 24 uren.

2. Indien het eerste lid, onder b, wordt toegepast, organiseert de werkgever de arbeid zodanig, dat de werknemer na het verrichten van die arbeid een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 24 uren.

3. De in het eerste lid, onder b, bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de werknemer arbeid verricht.

4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het eerste, tweede of derde lid, is nietig.

§ 5.12. Audio-visuele producties

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.12:1

Met uitsluiting van hetgeen in de paragrafen 5.15 en 5.16 is bepaald, is deze paragraaf uitsluitend van toepassing op arbeid, die bestaat uit werkzaamheden met betrekking tot het totstandkomen en het uitzenden van audio-, visuele of audio-visuele producties alsmede de direct daarmee samenhangende werkzaamheden, verricht door werknemers van 18 jaar of ouder.

Dagelijkse onafgebroken rusttijd

Artikel 5.12:2

1. Artikel 5:3, tweede lid, van de wet is niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer

a. een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 11 uren in een aaneengesloten periode van 24 uren, welke rusttijd 12 maal in elke periode van 4 aaneengesloten weken mag worden ingekort tot ten minste 10 uren, en

b. in elke periode van 52 aaneengesloten weken gemiddeld 40 uren per week arbeid verricht.

3. De in het tweede lid, onder a, bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de werknemer arbeid verricht.

4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede of derde lid, is nietig.

§ 5.13. Lokaalspoorwegen

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.13:1

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op een werknemer van 18 jaar of ouder die arbeid verricht in of op een railvoertuig, gebezigd voor vervoer van personen over lokaalspoorwegen.

Nachtarbeid

Artikel 5.13:2

1. Artikel 5:8, vijfde lid, van de wet is niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer:

a. ten hoogste 4 maal in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren arbeid verricht in nachtdienst welke eindigt voor of op 02.00 uur;

b. na een nachtdienst als bedoeld onder a die wordt gevolgd door een dienst, niet zijnde een nachtdienst, een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 11 uren;

c. in de dienst, bedoeld onder b, ten hoogste 6 uren arbeid verricht, en

d. na de dienst, bedoeld onder b, een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 46 uren.

3. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin of het tweede lid, is nietig.

§ 5.14. Mijnbouw

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.14:1

1. Deze paragraaf is van toepassing op werknemers van 18 jaar of ouder die arbeid verrichten:

a. op een mijnbouwwerk;

b. vanaf of ten behoeve van een mijnbouwinstallatie.

2. In deze paragraaf wordt onder mijnbouwinstallatie verstaan hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, onder o, van de Mijnbouwwet.

Arbeids- en rusttijden in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon

Artikel 5.14:2

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op een werknemer die arbeid verricht op of vanaf een mijnbouwinstallatie.

2. De artikelen 5:3, tweede lid, 5:5, tweede lid, 5:7 en 5:8, eerste tot en met zevende lid, van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer die in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon werkzaam is:

a. gedurende ten hoogste 14 maal in elke periode van 28 aaneengesloten dagen, ten hoogste 11 uren per dienst onderscheidenlijk per nachtdienst, en in een periode van 16 aaneengesloten weken gemiddeld 40 uren per week arbeid verricht;

b. na het verrichten van arbeid in die dienst onderscheidenlijk nachtdienst een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 12 uren, welke rusttijd 4 maal in elke periode van 28 aaneengesloten dagen mag worden ingekort tot ten minste 8 uren.

4. De arbeidstijd per dienst onderscheidenlijk per nachtdienst kan in afwijking van het derde lid, onderdeel a, 2 maal in elke periode van 28 aaneengesloten dagen worden verlengd met ten hoogste ййn uur voor het verrichten van arbeid die bestaat uit oefeningen en trainingen die tot doel hebben de bekwaamheid en de bedrevenheid in het uitvoeren van maatregelen en procedures ten tijde van ongelukken en calamiteiten te verkrijgen of te behouden.

5. Indien het vierde lid wordt toegepast kan in afwijking van het derde lid, onder b, de onafgebroken rusttijd van ten minste 12 uren worden ingekort met ten hoogste ййn uur.

6. Indien dit artikel wordt toegepast, organiseert de werkgever de arbeid van de werknemer zodanig, dat:

a. tegenover iedere periode van 24 uren welke wordt doorgebracht op of vanaf een mijnbouwinstallatie in een periode van 16 aaneengesloten weken een onafgebroken rusttijd staat van ten minste 24 uren elders;

b. alle werknemers, die gelijksoortige werkzaamheden verrichten en in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon werkzaam zijn, die arbeid in een zelfde arbeidstijdpatroon verrichten.

7. De rusttijd van ten minste 24 uren, bedoeld in het zesde lid, onderdeel a, mag uitsluitend worden onderbroken ten behoeve van niet op de reguliere arbeidsplaats plaatsvindende oefeningen en trainingen ten behoeve van het verkrijgen en behouden van de bekwaamheid en de bedrevenheid in het uitvoeren van maatregelen en procedures ten tijde van ongelukken en calamiteiten. In een periode van 52 achtereenvolgende weken mag de in de vorige volzin bedoelde onderbreking ten hoogste 20 dagen duren, waarvan ten hoogste 5 dagen aaneengesloten.

8. Indien het zevende lid, eerste zin, van toepassing is, organiseert de werkgever de arbeid zodanig, dat de werknemer die in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon werkzaam is, in een periode van 52 aaneengesloten weken ten hoogste gemiddeld 40 uren per week arbeid verricht.

Arbeids- en rusttijden in een bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon mijnbouwwerk

Artikel 5.14:3

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op een werknemer die werkzaamheden in een bestendig en regelmatig arbeidspatroon verricht op een mijnbouwwerk, niet zijnde een mijnbouwinstallatie.

2. De artikelen 5:3, tweede lid, 5:5, tweede lid, 5:7 en 5:8, eerste tot en met zevende lid, van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

3. Artikel 5.14:2, derde tot en met achtste lid, is van overeenkomstige toepassing.

4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede of derde lid, is nietig.

Arbeids- en rusttijden in een niet-bestendig en -regelmatig arbeidstijdpatroon

Artikel 5.14:4

1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder een niet-bestendig of -regelmatig arbeidstijdpatroon een arbeidstijdpatroon waarin een werknemer gedurende ten hoogste 6 weken werkzaam is op dezelfde arbeidsplaats.

2. De artikelen 5:3, tweede lid, 5:5, tweede lid, 5:7 en 5:8, eerste tot en met zevende lid, van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer die in een niet-bestendig en -regelmatig arbeidstijdpatroon werkzaam is:

a. gedurende ten hoogste 15 maal in elke periode van 21 aaneengesloten dagen, ten hoogste 11 uren per dienst onderscheidenlijk per nachtdienst, en in een periode van 26 aaneengesloten weken gemiddeld 40 uren per week arbeid verricht;

b. na arbeid te hebben verricht in die dienst een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 12 uren, welke rusttijd 3 maal in elke periode van 21 aaneengesloten dagen mag worden ingekort tot ten minste 8 uren;

c. in de in onderdeel a bedoelde periode van 21 aaneengesloten dagen een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 72 uren.

4. De arbeidstijd per dienst onderscheidenlijk per nachtdienst kan in afwijking van het derde lid, onderdeel a, 2 maal in elke periode van 28 aaneengesloten dagen worden verlengd met ten hoogste ййn uur voor het verrichten van arbeid die bestaat uit oefeningen die tot doel hebben de bekwaamheid en de bedrevenheid in het uitvoeren van maatregelen en procedures ten tijde van ongelukken en calamiteiten te verkrijgen of te behouden.

5. Indien het vierde lid wordt toegepast kan in afwijking van het derde lid, onderdeel b, de onafgebroken rusttijd van ten minste 12 uren worden ingekort met ten hoogste ййn uur.

6. Indien dit artikel wordt toegepast, organiseert de werkgever de arbeid van de werknemer zodanig, dat tegenover iedere periode van 24 uren welke wordt doorgebracht op of vanaf een mijnbouwwerk in een periode van 26 aaneengesloten weken een onafgebroken rusttijd staat van ten minste 24 uren elders.

Aansluiting bestendig en regelmatig arbeidspatroon met niet-bestendig en regelmatig arbeidstijdpatroon

Artikel 5.14:4a

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op een werknemer die vanuit een bestendig en regelmatig arbeidspatroon, bedoeld in de artikelen 5.14:2 of 5.14:3, werkzaamheden gaat verrichten in een niet-bestendig en regelmatig arbeidspatroon, bedoeld in artikel 5.14:4.

2. Indien de aard van de arbeid of de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij collectieve regeling, met inachtneming van het derde lid, ten hoogste 2 maal in elke periode van 52 weken worden afgeweken van artikel 5.14:2, derde lid, onder a, ten aanzien van het aantal malen dat een dienst wordt verricht. Elk beding, waarbij op andere wijze dan in de vorige zin is bepaald, wordt afgeweken van artikel 5.14:2, derde lid, onder a, is nietig.

3. In afwijking van artikel 5.14:2, derde lid, onder a, ten aanzien van het aantal malen dat een dienst wordt verricht, organiseert de werkgever de arbeid zodanig, dat de werknemer ten hoogste 15 maal in elke periode van 21 aaneengesloten dagen een dienst verricht.

Pauze

Artikel 5.14:5

1. Artikel 5:4, tweede en derde lid, van de wet is niet van toepassing, indien de artikelen 5.14:2 tot en met 5.14:4 worden toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de in het tweede lid van artikel 5:4, tweede en derde lid, van de wet bedoelde pauze ten minste ййn uur bedraagt, welke mag worden gesplitst in 2 of meer pauzes.

Consignatie

Artikel 5.14:6

1. Artikel 5:9, tweede tot en met zesde lid, van de wet is niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer die consignatie wordt opgelegd ten hoogste 13 uren in elke periode van 24 aaneengesloten uren en 85 uren per week arbeid verricht.

3. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede of vierde lid, is nietig.

4. Artikel 5:9, zevende lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing.

Duikwerkzaamheden

Artikel 5.14:7

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op de werknemer die duikwerkzaamheden en de direct daarmee samenhangende werkzaamheden verricht op of vanaf of ten behoeve van een mijnbouwinstallatie.

2. De artikelen 5:3, tweede lid, 5:5, tweede lid, 5:7, tweede lid, aanhef en onder a en b, en 5:8, derde tot en met zevende lid, van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer:

a. in een periode van 26 weken ten hoogste 121 dagen op locatie doorbrengt, waarvan ten hoogste 28 dagen aaneengesloten;

b. na een periode van ten hoogste 28 aaneengesloten dagen op locatie een rust elders heeft van ten minste 7 maal 24 aaneengesloten uren;

c. na arbeid te hebben verricht in een dienst onderscheidenlijk een nachtdienst een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 8 uren;

d. ten hoogste arbeid verricht gedurende 10 uren per dienst en 70 uren per week.

4. Indien de werknemer minder dan 28 aaneengesloten dagen op locatie heeft doorgebracht organiseert de werkgever de arbeid van de werknemer zodanig, dat de werknemer een rust elders heeft van ten minste 2 maal 24 aaneengesloten uren voor elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren die de werknemer op locatie heeft doorgebracht. De eerste zin wordt toegepast naar rato van het aantal uren dat de werknemer op locatie heeft doorgebracht, waarbij een minimum rust elders in acht wordt genomen van 24 aaneengesloten uren.

5. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede, derde of vierde lid, is nietig.

Saturatieduiken

Artikel 5.14:8

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op arbeid die bestaat uit saturatieduiken en de direct daarmee samenhangende werkzaamheden, verricht ten behoeve van een mijnbouwinstallatie.

2. De artikelen 5:3, tweede lid, 5:5, tweede lid, en 5:7 en 5:8 van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer:

a. gedurende ten hoogste 28 maal achtereen ten hoogste 11 uren per dienst onderscheidenlijk per nachtdienst en in een periode van 16 aaneengesloten weken gemiddeld 40 uren per week arbeid verricht;

b. na arbeid te hebben verricht in die dienst een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 12 uren, en

c. tegenover iedere periode van 24 uren waarin arbeid wordt verricht na het beлindigen van die arbeid direct aansluitend een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 24 uren elders.

4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede of derde lid, is nietig.

§ 5.15. Bioscopen

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.15:1

Deze paragraaf is van toepassing op arbeid, verricht in een bioscoop door een werknemer van 18 jaar of ouder en die bestaat uit het uitsluitend of in hoofdzaak:

a. bedienen van filmapparatuur als operateur of leerlingoperateur, of

b. het namens de werkgever en in diens plaats uitoefenen van het bioscoopbedrijf.

Arbeids- en rusttijden

Artikel 5.15:2

1. De artikelen 5:3, tweede lid, 5:7, tweede lid, onderdelen a en b, en 5:8, eerste, tweede en derde lid, van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer:

a. ten hoogste 12 uren per dienst onderscheidenlijk per nachtdienst arbeid verricht;

b. ten hoogste 72 uren per week arbeid verricht;

c. ten hoogste gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 52 aaneengesloten weken arbeid verricht, en

d. een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 11 uren in elke aaneengesloten periode van 24 uren, welke rusttijd 4 maal in elke periode van 4 aaneengesloten weken mag worden ingekort tot ten minste 8 uren.

3. In afwijking van het tweede lid, onder a, kan de werkgever de arbeid zodanig organiseren, dat de werknemer ten hoogste 26 maal in elke periode van 52 aaneengesloten weken ten hoogste 14 uren per dienst arbeid onderscheidenlijk nachtdienst verricht, mits die werknemer na die dienst onderscheidenlijk nachtdienst een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 24 uren.

4. De in het tweede lid, onder d, bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de werknemer arbeid verricht.

5. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede, derde of vierde lid, is nietig.

§ 5.16. Podiumkunsten

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.16:1

Deze paragraaf is van toepassing op arbeid, die bestaat uit werkzaamheden met betrekking tot uitvoeringen van culturele of artistieke aard of uitvoeringen die daarmee gelijkenis vertonen alsmede de direct daarmee samenhangende werkzaamheden, verricht door een werknemer van 18 jaar of ouder.

Arbeids- en rusttijden

Artikel 5.16:2

1. De artikelen 5:3, tweede lid, 5:7, tweede lid, onderdelen a en b, en 5:8, eerste, tweede en derde lid, van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer:

a. ten hoogste 12 uren per dienst onderscheidenlijk per nachtdienst verricht;

b. ten hoogste 72 uren per week arbeid verricht;

c. ten hoogste gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 52 aaneengesloten weken arbeid verricht, en

d. een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 11 uren in elke aaneengesloten periode van 24 uren, welke rusttijd 4 maal in elke periode van 4 aaneengesloten weken mag worden ingekort tot ten minste 8 uren.

3. In afwijking van het tweede lid, onder a, kan de werkgever de arbeid zodanig organiseren, dat de werknemer ten hoogste 26 maal in elke periode van 52 aaneengesloten weken ten hoogste 14 uren per dienst onderscheidenlijk per nachtdienst arbeid verricht, mits die werknemer na die dienst onderscheidenlijk nachtdienst een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 24 uren.

4. De in het tweede lid, onder d, bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de werknemer arbeid verricht.

5. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede, derde of vierde lid, is nietig.

Dag op dag af

Artikel 5.16:3

1. De artikelen 5:3, tweede lid, en 5:8, eerste, tweede en derde lid, van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. Artikel 5.16:2 is niet van toepassing als dit artikel wordt toegepast.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer:

a. ten hoogste arbeid verricht gedurende 12 uren in een nachtdienst;

b. ten hoogste gemiddeld 40 uren per week in elke periode van 52 aaneengesloten weken arbeid verricht;

c. een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 11 uren in een aaneengesloten periode van 24 uur, welke rusttijd ten hoogste 117 maal in elke periode van 52 aaneengesloten weken mag worden ingekort tot ten minste 8 uren, en

d. na een nachtdienst waarop de onderdelen a en c, voor zover het de inkorting van de rusttijd in een aaneengesloten periode van 24 uur betreft, van toepassing zijn, een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 24 uren.

4. De in het derde lid, onder c, bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de werknemer arbeid verricht.

5. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede, derde of vierde lid, is nietig.

§ 5.17

[Vervallen per 01-04-2007]

Toepasselijkheid van de paragraaf

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.17:1

[Vervallen per 01-04-2007]

Wekelijkse onafgebroken rusttijd

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.17:2

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.17:3

[Vervallen per 31-10-1997]

§ 5.18. Schoonmaakbedrijf

Begrip schoonmaakbedrijf

Artikel 5.18:1

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder schoonmaakbedrijf: een onderneming die uitsluitend of in hoofdzaak haar beroep maakt van het periodiek dan wel telkens voor eenmaal schoonmaken in, op of aan gebouwen, terreinen en verkeersmiddelen, gebezigd voor het openbaar vervoer van personen of goederen, alsmede de direct daarmee samenhangende werkzaamheden.

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.18:2

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op arbeid verricht door een werknemer van 18 jaar of ouder in een schoonmaakbedrijf.

Dagelijkse onafgebroken rusttijd

Artikel 5.18:3

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op arbeid, die bestaat uit het schoonmaken in, op of aan gebouwen en terreinen.

2. Artikel 5:3, tweede lid, van de wet is niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 10 uren in elke aaneengesloten periode van 24 uren.

4. De in het derde lid bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de werknemer arbeid verricht.

5. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het derde of vierde lid, is nietig.

Arbeid in nachtdienst

Artikel 5.18:4 [Vervallen per 01-04-2007]

§ 5.19. Verpleging en verzorging

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.19:1

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op arbeid die bestaat uit verpleging of verzorging, verricht door de werknemer van 18 jaar of ouder.

Dagelijkse onafgebroken rusttijd

Artikel 5.19:2

1. Artikel 5:3, tweede lid, van de wet is niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 11 uren in elke aaneengesloten periode van 24 uren, welke rusttijd eenmaal in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren mag worden ingekort tot ten minste 8 uren alsmede eenmaal mag worden ingekort tot ten minste 10 uren.

3. De in het tweede lid bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de werknemer arbeid verricht.

4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede of derde lid, is nietig.

Bereikbaarheidsdienst

Artikel 5.19:3

1. Uitsluitend bij collectieve regeling kan, met inachtneming van het tweede en derde lid, aan een werknemer een bereikbaarheidsdienst worden opgelegd. Elk beding waarin op andere wijze dan in de eerste zin is bepaald, gebruik wordt gemaakt van het tweede of derde lid, is nietig.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat een werknemer ten hoogste 3 maal in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren en 32 maal in elke periode van 16 aaneengesloten weken een bereikbaarheidsdienst wordt opgelegd.

3. Bij de toepassing van dit artikel is artikel 5:9, derde tot en met negende lid, van de wet van overeenkomstige toepassing.

Cumulatie bijzondere diensten

Artikel 5.19:4

Indien aan een werknemer zowel consignatie, aanwezigheidsdiensten of bereikbaarheidsdiensten worden opgelegd, organiseert de werkgever de arbeid zodanig dat de werknemer ten hoogste 3 maal in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren en 32 maal in elke periode van 16 aaneengesloten weken consignatie, een aanwezigheidsdienst of een bereikbaarheidsdiensten wordt opgelegd.

Artikel 5.19:5

[Vervallen per 31-10-1997]

Artikel 5.19:6

[Vervallen per 31-10-1997]

§ 5.20. Artsen

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.20:1

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op de werknemer van 18 jaar of ouder die arbeid verricht als arts, of als arts in opleiding, of als tandarts in opleiding tot tandheelkundig specialist, of die als verloskundige werkzaam is in de intramurale gezondheidszorg.

Arbeidstijd

Artikel 5.20:2

1. De artikelen 5:7, tweede lid, onder b, 5:8, tweede lid, en 5:9, vijfde en zesde lid, van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin is nietig.

Aanwezigheidsdienst

Artikel 5.20:3

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op de arts in opleiding tot specialist of de tandarts in opleiding tot tandheelkundig specialist.

2. In afwijking van artikel 4.8:1, derde lid, onderdeel b, organiseert de werkgever tot en met 31 juli 2007 de arbeid zodanig dat een werknemer ten hoogste gemiddeld 58 uur per week in elke periode van 26 achtereenvolgende weken arbeid verricht.

3. In afwijking van artikel 4.8:1, derde lid, onderdeel b, organiseert de werkgever van 1 augustus 2007 tot en met 31 juli 2009 de arbeid zodanig dat een werknemer ten hoogste gemiddeld 56 uur per week in elke periode van 26 achtereenvolgende weken arbeid verricht.

4. In afwijking van artikel 4.8:1, derde lid, onderdeel b, organiseert de werkgever van 1 augustus 2009 tot en met 31 juli 2011 de arbeid zodanig dat een werknemer ten hoogste gemiddeld 52 uur per week in elke periode van 26 achtereenvolgende weken arbeid verricht.

Bereikbaarheidsdienst

Artikel 5.20:4

1. Uitsluitend bij collectieve regeling kan, met inachtneming van het tweede en derde lid, aan een werknemer een bereikbaarheidsdienst worden opgelegd. Elk beding waarin op andere wijze dan in de eerste zin is bepaald, gebruik wordt gemaakt van het tweede of derde lid, is nietig.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat een werknemer ten hoogste 5 maal in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren en 32 maal in elke periode van 16 aaneengesloten weken een bereikbaarheidsdienst wordt opgelegd.

3. Bij de toepassing van dit artikel is artikel 5:9, derde, vierde en zevende tot en met negende lid, van de wet van overeenkomstige toepassing.

Cumulatie bijzondere diensten

Artikel 5.20:5

Indien aan een werknemer zowel consignatie, aanwezigheidsdiensten of bereikbaarheidsdiensten worden opgelegd, organiseert de werkgever de arbeid zodanig dat de werknemer ten hoogste 5 maal in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren en 32 maal in elke periode van 16 aaneengesloten weken consignatie, een aanwezigheidsdienst of een bereikbaarheidsdienst wordt opgelegd.

§ 5.21. Verloskundigen

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.21:1

Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op de werknemer van 18 jaar of ouder die arbeid verricht als verloskundige werkzaam in de extramurale gezondheidszorg, alsmede de werknemer van 18 jaar of ouder die hiertoe in opleiding is.

Bereikbaarheidsdienst

Artikel 5.21:2

1. Uitsluitend indien de werkgever dit heeft bedongen kan, met inachtneming van het tweede en derde lid, aan een werknemer een bereikbaarheidsdienst worden opgelegd. Elk beding waarin op andere wijze dan in de eerste zin is bepaald, gebruik wordt gemaakt van het tweede en derde lid, is nietig.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat een werknemer:

a. ten hoogste 5 maal in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren en 64 maal in elke periode van 16 aaneengesloten weken een bereikbaarheidsdienst wordt opgelegd, en

b. in elke periode van 16 aaneengesloten weken ten hoogste gemiddeld 40 uren per week arbeid verricht.

3. Bij de toepassing van dit artikel is artikel 5:9, derde lid en zevende tot en met negende lid, van de wet van overeenkomstige toepassing. Artikel 5:7, tweede lid, onder a, van de wet is niet van toepassing.

Bereikbaarheidsdienst verloskundige in opleiding

Artikel 5.21:3

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op arbeid verricht door de werknemer in opleiding tot verloskundige.

2. Uitsluitend indien de werkgever dit heeft bedongen kan, met inachtneming van het derde en vierde lid, aan een werknemer een bereikbaarheidsdienst worden opgelegd. Elk beding waarin op andere wijze dan in de eerste zin is bepaald, gebruik wordt gemaakt van het derde en vierde lid, is nietig.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat een werknemer:

a. ten hoogste 84 maal in elke periode van 52 aaneengesloten weken en ten hoogste 7 maal achtereen een bereikbaarheidsdienst wordt opgelegd, en

b. in elke periode van 16 aaneengesloten weken ten hoogste gemiddeld 40 uren per week arbeid verricht.

4. Bij de toepassing van dit artikel is artikel 5:9, derde lid en zevende tot en met negende lid, van de wet van overeenkomstige toepassing. Artikel 5:7, tweede lid, onder a, van de wet is niet van toepassing.

§ 5.22

[Vervallen per 01-04-2007]

Toepasselijkheid van de paragraaf

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.22:1

[Vervallen per 01-04-2007]

Arbeid in nachtdienst

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.22:2

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.22:3

[Vervallen per 01-04-1998]

§ 5.23. Tentoonstellingsbouw en scheepsreparatie

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.23:1

Deze paragraaf is van toepassing op arbeid, verricht door een werknemer van 18 jaar of ouder, die bestaat uit:

a. het ontwerpen, het opbouwen en het afbreken van tentoonstellingen of onderdelen daarvan, alsmede vergelijkbare werkzaamheden;

b. het herstellen van schepen.

Arbeids- en rusttijden

Artikel 5.23:2

1. De artikelen 5:3, tweede lid, 5:5, tweede lid, en 5:7, tweede lid, onder b, van de wet zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer:

a. ten hoogste 72 uren per week arbeid verricht;

b. een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 11 uren in elke aaneengesloten periode van 24 uren, welke rusttijd 4 maal in elke periode van 4 aaneengesloten weken mag worden ingekort tot ten minste 8 uren;

c. ten hoogste gemiddeld 45 uren per week in elke periode van 52 aaneengesloten weken arbeid verricht, en

d. een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 36 uren in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren, welke rusttijd ten hoogste 8 maal in elke periode van 52 aaneengesloten weken mag worden vervangen door een onafgebroken rusttijd van ten minste 60 uren in een aaneengesloten periode van 14 maal 24 uren.

3. De in het tweede lid, onder b en d, bedoelde aaneengesloten periode vangt aan op het eerste tijdstip van de dag waarop de werknemer arbeid verricht.

4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede of derde lid, is nietig.

Dagelijkse onafgebroken rusttijd [Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.23:3

[Vervallen per 01-04-2007]

Arbeidstijd inclusief overwerk

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.23:4

[Vervallen per 01-04-2007]

§ 5.24

[Vervallen per 01-04-2007]

Toepasselijkheid van de paragraaf

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.24:1

[Vervallen per 01-04-2007]

Wekelijkse onafgebroken rusttijd

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.24:2

[Vervallen per 01-04-2007]

§ 5.25

[Vervallen per 01-04-2007]

Het begrip maatschappelijke opvang

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.25:1

[Vervallen per 01-04-2007]

Toepasselijkheid van de paragraaf

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.25:2

[Vervallen per 01-04-2007]

Arbeid in nachtdienst

[Vervallen per 01-04-2007]

Artikel 5.25:3

[Vervallen per 01-04-2007]

§ 5.26. Niet-nautisch personeel binnenvaart

Begrip binnenwateren

Artikel 5.26:1

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder binnenwateren verstaan: de binnenwateren, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Binnenvaartwet.

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.26:2

1. Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op arbeid verricht aan boord van schepen op binnenwateren, met uitzondering van de schepen, bedoeld in artikel 12, tweede lid, van het Binnenvaartbesluit, door werknemers van 18 jaar of ouder die geen bemanningslid zijn als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Binnenvaartwet.

2. Paragraaf 5.1 is niet van toepassing als deze paragraaf wordt toegepast.

Onafgebroken rusttijd

Artikel 5.26:3

1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing indien de reis die geheel of gedeeltelijk buiten Nederland wordt gemaakt langer duurt dan 6 aaneengesloten dagen.

2. Artikel 5:5, tweede lid, van de wet is niet van toepassing, gedurende ten hoogste 6 aaneengesloten weken, mits de in dat artikellid bedoelde onafgebroken rusttijd wordt gecompenseerd overeenkomstig het derde lid.

3. De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat de werknemer vanaf de dag nadat het schip de binnenwateren is binnengevaren een onafgebroken rusttijd heeft waarvan de omvang wordt bepaald door de uitkomst van de berekening van het aantal dagen dat de werknemer aan boord van het schip werkzaamheden heeft verricht, vermenigvuldigd met 6 uur.

4. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin dan wel het tweede of derde lid, is nietig.

Arbeidstijd

Artikel 5.26:4

1. Artikel 5:7, tweede lid, onder a, van de wet en artikel 4.3:1 zijn niet van toepassing, indien dit artikel wordt toegepast.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig, dat de werknemer ten hoogste eenmaal in elke periode van 2 aaneengesloten weken 14 uren per dienst arbeid verricht.

3. Toepassing van dit artikel is uitsluitend mogelijk bij collectieve regeling. Elk beding waarbij wordt afgeweken van de vorige zin of het tweede lid, is nietig.

§ 5.27. Ambulancezorg

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.27:1

Met uitsluiting van hetgeen in paragraaf 5.19 is bepaald, is deze paragraaf van toepassing op arbeid die bestaat uit ambulancezorg en de direct daarmee samenhangende werkzaamheden, verricht door de werknemer van 18 jaar of ouder.

Bereikbaarheidsdienst

Artikel 5.27:2

1. Uitsluitend bij collectieve regeling kan, met inachtneming van het tweede en derde lid, aan een werknemer een bereikbaarheidsdienst worden opgelegd. Elk beding waarin op andere wijze dan in de eerste zin is bepaald, gebruik wordt gemaakt van het tweede of derde lid, is nietig.

2. De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat een werknemer ten hoogste 3 maal in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren en 46 maal in elke periode van 16 aaneengesloten weken een bereikbaarheidsdienst wordt opgelegd.

3. Bij de toepassing van dit artikel is artikel 5:9, derde tot en met negende lid, van de wet van overeenkomstige toepassing.

Cumulatie bijzondere diensten

Artikel 5.27:3

Indien aan een werknemer zowel consignatie, aanwezigheidsdiensten of bereikbaarheidsdiensten worden opgelegd, organiseert de werkgever de arbeid zodanig dat de werknemer ten hoogste 3 maal in elke aaneengesloten periode van 7 maal 24 uren en 32 maal in elke periode van 16 aaneengesloten weken consignatie, een aanwezigheidsdienst of een bereikbaarheidsdienst wordt opgelegd.

§ 5.28. Schippersinternaten

Begrip schippersinternaat

Artikel 5.28:1

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder schippersinternaat: een in Nederland gevestigde privaatrechtelijke instelling met rechtspersoonlijkheid die een internaat beheert waarin specifiek huisvesting, verzorging en opvoeding geboden wordt aan kinderen van binnenschippers, kermisexploitanten of circusartiesten.

Toepasselijkheid van de paragraaf

Artikel 5.28:2

Deze paragraaf is van toepassing op arbeid verricht in een schippersinternaat door een hoofdgroepsleider, groepsleider of assistent-groepsleider, wier arbeid uitsluitend of in hoofdzaak bestaat uit het verrichten van werkzaamheden van opvoedkundige aard.

Aanwezigheidsdienst

Artikel 5.28:3

De werkgever organiseert in afwijking van artikel 4:8:1, derde lid, onderdeel a, de arbeid zodanig dat de werknemer ten hoogste 62 maal in elke periode van 26 achtereenvolgende weken een aanwezigheiddienst wordt opgelegd.

Adres:
Hogehilweg 19
1101 CB Amsterdam
The Netherlands
Tel:
+31 (0) 203 697 652
Fax:
+31 (0) 453 700 324
Top