Hoofdstuk 5. FaciliteitenHoofdstuk 5. Faciliteiten § 1. AlgemeenArtikel 161. Onze Minister verstrekt op aanvraag een lening aan de inburgeringsplichtige indien is voldaan aan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels omtrent de voorwaarden waaronder en de wijze waarop de lening wordt verstrekt. 2. Het bedrag van de lening wordt betaald aan de door de inburgeringsplichtige aangewezen cursusinstelling en exameninstelling. 3. De inburgeringsplichtige of gewezen inburgeringsplichtige betaalt de lening vermeerderd met de volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels berekende rente terug. 4. Bij of krachtens de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur worden tevens regels gesteld omtrent: a. de hoogte van de lening; b. de betaling en de terugbetaling van de lening, en c. kwijtschelding. 5. Bij of krachtens de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur kunnen tevens regels worden gesteld omtrent het verstrekken van een lening aan een inburgeringsplichtige ten behoeve van het verwerven van kennis en vaardigheden op een hoger niveau dan is vastgesteld op grond van artikel 7, tweede lid, onderdeel a. Artikel 171. De terugbetalingsperiode vangt niet eerder aan dan zes maanden nadat drie jaar zijn verstreken sedert de verstrekking van de lening of, indien dat eerder is, zes maanden nadat het inburgeringsexamen is behaald. 2. Onze Minister kan het terug te betalen bedrag invorderen bij dwangbevel. 3. Indien de lening wordt kwijtgescholden, gaat de over het kwijtgescholden bedrag opgebouwde rente op het tijdstip van kwijtschelding teniet. Artikel 181. Overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels verstrekt Onze Minister een vergoeding aan de gewezen inburgeringsplichtige die binnen drie jaar het inburgeringsexamen heeft behaald. 2. Voor de oudkomer vangt de termijn, bedoeld in het eerste lid, niet aan, dan nadat het college zulks ten aanzien van hem op grond van artikel 26 heeft bepaald. 3. Bij of krachtens de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur worden tevens regels gesteld omtrent: a. de criteria voor het verstrekken van de vergoeding; b. de aanvraag van de vergoeding; c. de wijze waarop het bedrag wordt bepaald; d. de vaststelling van de vergoeding; e. de betaling, f. de verrekening met de lening, bedoeld in artikel 16, en g. de verlenging van de termijn van drie jaar, bedoeld in het eerste lid. 4. Bij of krachtens de in het eerste lid bedoelde algemene maatregel van bestuur kunnen tevens regels worden gesteld omtrent het verstrekken van een vergoeding aan de gewezen inburgeringsplichtige die kennis en vaardigheden heeft verworven op een hoger niveau dan is vastgesteld op grond van artikel 7, tweede lid, onderdeel a. § 2. Gemeentelijk aanbod aan inburgeringsplichtigenArtikel 191. Het college biedt in ieder geval aan: a. een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening aan de inburgeringsplichtige die houder is van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of 33 van de Vreemdelingenwet 2000, dan wel b. een inburgeringsvoorziening aan de inburgeringsplichtige die geestelijke bedienaar is omtrent welk aanbod bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld. 2. Indien de inburgeringsplichtige daarom verzoekt, kan de inburgeringsvoorziening, de taalkennisvoorziening of de inburgeringscomponent van de gecombineerde voorziening, bedoeld in artikel 20, eerste lid, worden aangeboden in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget. 3. Een inburgeringsvoorziening leidt toe naar het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en omvat het eenmaal kosteloos afleggen van het desbetreffende examen. Een taalkennisvoorziening is gericht op de verwerving van de kennis van de Nederlandse taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs. 4. Een aanbod aan de inburgeringsplichtige die algemene bijstand of een uitkering op grond van een van de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen ontvangt, wordt afgestemd op diens mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. Het college stemt het aanbod aan de inburgeringsplichtige af op de aard van de arbeid die de inburgeringsplichtige verricht of past de aangeboden inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening zonodig aan aan de aard van de arbeid die de inburgeringsplichtige gaat verrichten. 5. De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot het eerste, tweede en derde lid. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op: a. de procedure die door het college wordt gevolgd voor het doen van een aanbod als bedoeld in het eerste lid, en de criteria die daarbij worden gehanteerd, en b. de vaststelling door het college van een passende inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening, met inbegrip van de totstandkoming en de samenstelling van die voorziening. 6. Voor de inburgeringsplichtige die houder is van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of 33 van de Vreemdelingenwet 2000 maakt maatschappelijke begeleiding onderdeel uit van de inburgeringsvoorziening of de taalkennisvoorziening. 7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het persoonlijk inburgeringsbudget. Artikel 19A1. De gemeenteraad kan bij verordening bepalen dat het college een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening voor een inburgeringsplichtige kan vaststellen. 2. Indien de gemeenteraad toepassing heeft gegeven aan het eerste lid: a. kan het college geen inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aanbieden; b. zijn de artikelen 19, 20 en 21 van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 19, eerste lid, indien een inburgeringsplichtige als bedoeld in dat lid ten genoegen van het college aannemelijk heeft gemaakt dat hij een opleiding volgt of gaat volgen waarvan de afronding leidt tot uitreiking van een krachtens artikel 5, eerste lid, onderdeel c, aangewezen diploma, certificaat of ander document, en c. geeft het college, indien de vaststelling betrekking heeft op een oudkomer, daarbij tevens toepassing aan artikel 26. Artikel 201. Een aanbod voor een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening aan de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 19, vierde lid, die tevens verplicht is om arbeid te verkrijgen en te aanvaarden, wordt uitsluitend gedaan in combinatie met een op grond van de Wet werk en bijstand, dan wel de Wet investeren in jongeren, dan wel een van de bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 19, vierde lid, aan te wijzen socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen, aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling. Binnen een gecombineerde voorziening kunnen onderdelen volgtijdelijk worden ingezet. 2. Het college is verantwoordelijk voor het aanbieden van een gecombineerde voorziening als bedoeld in het eerste lid. Artikel 211. Het college, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de door hem aangewezen deskundige, de desbetreffende eigenrisicodrager en de desbetreffende overheidswerkgever werken samen bij de uitvoering van artikel 19, vierde lid, artikel 20, eerste lid, en artikel 22. 2. Het college, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de desbetreffende eigenrisicodrager en de desbetreffende overheidswerkgever maken in ieder geval afspraken met betrekking tot de inkoop van een gecombineerde voorziening als bedoeld in artikel 20, eerste lid, de wijze waarop die voorziening feitelijk wordt aangeboden en de onderlinge gegevensuitwisseling. Artikel 221. Het college stelt de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening vast, nadat de inburgeringsplichtige een door het college aangeboden inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening heeft aanvaard. 2. Indien de beschikking, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft op een oudkomer, geeft het college daarin tevens toepassing aan artikel 26. Artikel 231. De inburgeringsplichtige verleent medewerking aan de uitvoering van de inburgeringsvoorziening of de taalkennisvoorziening. 2. De inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is vastgesteld, is een eigen bijdrage verschuldigd van 270, welk bedrag bij algemene maatregel van bestuur kan worden gewijzigd. 3. De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is vastgesteld. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op de inning van de eigen bijdrage door het college en de mogelijkheid van betaling in termijnen. 4. Indien de inburgeringsplichtige, voor wie een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is vastgesteld, op grond van artikel 27 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt ingeschreven in een andere gemeente, wordt die voorziening voortgezet, tenzij het college van de andere gemeente binnen zes weken na die inschrijving te kennen heeft gegeven dat zij vervalt. In dat geval biedt hij de inburgeringsplichtige een gelijkwaardig inburgeringsalternatief aan. 5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent het inburgeringsalternatief, bedoeld in het vierde lid. Artikel 241. Het college, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de eigenrisicodrager kunnen de eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, verrekenen met algemene bijstand of verrekenen met dan wel inhouden op een uitkering op grond van een van de bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 19, vierde lid, aan te wijzen socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen. 2. Indien degene die de eigen bijdrage verschuldigd is een uitkering ontvangt op grond van een van de socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen, bedoeld in het eerste lid, die wordt uitgevoerd door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de eigenrisicodrager, betaalt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de eigenrisicodrager desgevraagd aan het college het bedrag van die bijdrage. 3. Het college, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de eigenrisicodrager zijn niet bevoegd tot verrekening dan wel inhouding voorzover beslag op hun vordering nietig zou zijn. 4. Het college kan de eigen bijdrage bij dwangbevel invorderen. § 3. Gemeentelijk aanbod aan vrijwillige inburgeraarsArtikel 24a1. Het college kan een inburgeringsvoorziening aanbieden aan een vrijwillige inburgeraar. Het college kan in afwijking van de eerste volzin aan een vrijwillige inburgeraar die een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs volgt of zal volgen een taalkennisvoorziening aanbieden. 2. Indien de vrijwillige inburgeraar daarom verzoekt, kan de inburgeringsvoorziening, de taalkennisvoorziening of de inburgeringscomponent van de gecombineerde voorziening, bedoeld in artikel 24b, eerste lid, worden aangeboden in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget. 3. Een inburgeringsvoorziening leidt toe naar het inburgeringsexamen of het staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en omvat het eenmaal kosteloos afleggen van het desbetreffende examen. Een taalkennisvoorziening is gericht op de verwerving van de kennis van de Nederlandse taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een beroepsopleiding als bedoeld in het eerste lid, tweede volzin. 4. Een aanbod aan de vrijwillige inburgeraar die algemene bijstand of een uitkering op grond van een van de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen ontvangt, wordt afgestemd op diens mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. Het college stemt het aanbod aan de vrijwillige inburgeraar af op de aard van de arbeid die de vrijwillige inburgeraar verricht of past de aangeboden inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening zonodig aan aan de aard van de arbeid die de vrijwillige inburgeraar gaat verrichten. 5. De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot het eerste, tweede en derde lid. Deze regels hebben in ieder geval betrekking op: a. de procedure die door het college wordt gevolgd voor het doen van een aanbod als bedoeld in het eerste en tweede lid en de criteria die daarbij worden gehanteerd, en b. de wijze waarop het college met een vrijwillige inburgeraar in overleg treedt om te komen tot een passende inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening met inbegrip van de totstandkoming en de samenstelling van die voorziening. 6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het persoonlijk inburgeringsbudget. 7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het aanbod van de inburgeringsvoorziening aan de vrijwillige inburgeraar die geestelijke bedienaar is. Artikel 24b1. Een aanbod voor een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening aan de vrijwillige inburgeraar die algemene bijstand of een uitkering op grond van een van de bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen ontvangt, en die tevens verplicht is om arbeid te verkrijgen en te aanvaarden, wordt uitsluitend gedaan in combinatie met een op grond van de Wet werk en bijstand, dan wel de Wet investeren in jongeren, dan wel een van de bij die algemene maatregel van bestuur aan te wijzen socialezekerheidswetten of socialezekerheidsregelingen, aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling. Binnen een gecombineerde voorziening kunnen onderdelen volgtijdelijk worden ingezet. 2. Het college is verantwoordelijk voor het aanbieden van een gecombineerde voorziening als bedoeld in het eerste lid. Artikel 24c1. Het college, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de door hem aangewezen deskundige, de desbetreffende eigenrisicodrager en de desbetreffende overheidswerkgever werken samen bij de uitvoering van de artikelen 24a, derde lid, 24b, eerste lid, en 24d. 2. Het college, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de desbetreffende eigenrisicodrager en de desbetreffende overheidswerkgever maken in ieder geval afspraken met betrekking tot de inkoop van een gecombineerde voorziening als bedoeld in artikel 24b, eerste lid, de wijze waarop die voorziening feitelijk wordt aangeboden en de onderlinge gegevensuitwisseling. Artikel 24d1. Indien de vrijwillige inburgeraar in aanmerking wordt gebracht voor een inburgeringsvoorziening, een taalkennisvoorziening of een gecombineerde voorziening als bedoeld in artikel 24b, eerste lid, doet het college de vrijwillige inburgeraar terzake een aanbod als bedoeld in artikel 24a, eerste lid. 2. Indien de vrijwillige inburgeraar het aanbod, bedoeld in het eerste lid, aanvaardt, sluit het college een overeenkomst met de vrijwillige inburgeraar. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de overeenkomst. Artikel 24e1. De vrijwillige inburgeraar met wie een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen, is de in artikel 23, tweede lid, bedoelde eigen bijdrage verschuldigd. 2. In afwijking van het eerste lid kan de gemeenteraad voor vrijwillige inburgeraars of bepaalde categorieлn vrijwillige inburgeraars bij verordening bepalen dat: a. geen eigen bijdrage is verschuldigd, of b. een eigen bijdrage is verschuldigd die lager is dan het bedrag, genoemd in artikel 23, tweede lid. 3. De vrijwillige inburgeraar met wie een inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen en die op last van het college, dan wel een andere instantie als bedoeld in artikel 21, tweede lid, een gecombineerde voorziening als bedoeld in artikel 24b, eerste lid, dient te volgen, is geen eigen bijdrage verschuldigd. Artikel 24fDe gemeenteraad stelt bij verordening regels over de informatieverstrekking door de gemeente aan vrijwillige inburgeraars ter zake van hun rechten en plichten uit hoofde van deze wet, de eventuele inning van de eigen bijdrage door het college en de mogelijkheid van betaling in termijnen, de niet-nakoming van de overeenkomst, bedoeld in artikel 24d, tweede lid, alsmede het vaststellen van de identiteit van de vrijwillige inburgeraar. |
|
Adres:
Hogehilweg 19 1101 CB Amsterdam The Netherlands E-mail:
contact@bl-consultancy.com |