Hoofdstuk V. Bijzondere regelingenHoofdstuk V. Bijzondere regelingen Afdeling 1. Vermindering van belasting (kleine ondernemers)Artikel 251. Indien een ondernemer een natuurlijk persoon is die in Nederland woont of is gevestigd dan wel aldaar een vaste inrichting heeft en de door hem in een kalenderjaar verschuldigde belasting na toepassing van de in artikel 15 bedoelde aftrek niet hoger is dan 1883, wordt het bedrag van de belasting verminderd met een bedrag, gelijk aan 2,5 maal het verschil tussen 1883 en het bedrag van die belasting. De vermindering bedraagt ten hoogste het bedrag van de belasting. 2. Bij ministeriлle regeling worden regels gesteld inzake de toerekening van de in het eerste lid bedoelde vermindering aan de tijdvakken in het kalenderjaar. 3. Bij ministeriлle regeling worden regels gesteld volgens welke een ondernemer die op grond van het eerste lid geen belasting behoeft te voldoen, op zijn verzoek kan worden ontheven van verplichtingen, opgelegd bij of krachtens de artikelen 34 en 35. De ondernemer mag alsdan op een factuur op generlei wijze melding maken van omzetbelasting; teruggaaf op de voet van artikel 17 wordt aan hem niet verleend. De ontheffing geldt niet met betrekking tot intracommunautaire verwervingen. 4. De in het eerste lid bedoelde vermindering wordt niet toegepast, indien de ondernemer in het desbetreffende kalenderjaar niet voldoet aan hetgeen bij of krachtens artikel 34, artikel 35 of het derde lid is voorgeschreven. 5. De vorige leden zijn niet van toepassing op leveringen van nieuwe vervoermiddelen met toepassing van de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 6. 6. Bij ministeriлle regeling kunnen nadere regels worden gesteld inzake de toepassing van dit artikel. Afdeling 2. Voldoening naar ontvangstenArtikel 26Bij ministeriлle regeling kunnen regels worden gesteld volgens welke daarbij aangewezen ondernemers die niet aan ondernemers plegen te leveren of diensten plegen te bewijzen, de belasting ter zake van leveringen en diensten worden verschuldigd op het tijdstip waarop de vergoeding wordt voldaan; alsdan wordt de belasting berekend over de voldane vergoeding. Afdeling 3. LandbouwregelingArtikel 271. Landbouwers, veehouders, tuinbouwers en bosbouwers zijn geen omzetbelasting verschuldigd, voor zover hun prestaties bestaan uit: a. leveringen van goederen, vermeld in tabel I, onderdeel a, welke zij in hun vermelde hoedanigheid hebben voortgebracht of geteeld; b. diensten welke naar hun aard bijdragen tot de agrarische produktie en welke zij met gebruikmaking van hun normale uitrusting en personeel verrichten; c. leveringen van gebruikte bedrijfsmiddelen en andere in het bedrijf gebruikte goederen. 2. De in het eerste lid bedoelde ondernemers zijn met betrekking tot de aldaar bedoelde prestaties ontheven van de verplichtingen, opgelegd bij of krachtens de artikelen 34 en 35. Zij hebben met betrekking tot die prestaties geen aanspraak op aftrek op de voet van artikel 15. 3. Aan de in het eerste lid bedoelde ondernemers die goederen als aldaar bedoeld in onderdeel a leveren met toepassing van artikel 5a, eerste lid, wordt op verzoek teruggaaf van belasting verleend, ingeval de levering leidt tot verschuldigdheid van belasting in de lid-staat van aankomst van het vervoer. De teruggaaf bedraagt 5,1 percent van het door de ondernemer in rekening gebrachte bedrag. 4. Ondernemers aan wie de in het eerste lid bedoelde ondernemers goederen als aldaar zijn bedoeld in onderdeel a, leveren, of diensten als aldaar zijn bedoeld in onderdeel b, verlenen, kunnen 5,1 percent van het aan hen in rekening gebrachte bedrag op de voet van artikel 15 in aftrek brengen. 5. Aan de in artikel 1a, tweede lid, bedoelde ondernemers en rechtspersonen, andere dan ondernemers, die zijn gevestigd in een andere lid-staat, aan wie de in het eerste lid bedoelde ondernemers goederen als aldaar bedoeld in onderdeel a leveren, wordt op verzoek teruggaaf van belasting verleend, voor zover deze goederen in die andere lid-staat zijn onderworpen aan heffing van belasting ter zake van intracommunautaire verwerving van die goederen. De teruggaaf bedraagt 5,1 percent van het door de leverancier in rekening gebrachte bedrag. 6. De in het eerste lid bedoelde ondernemers kunnen aan de inspecteur verzoeken om het eerste en het tweede lid op hen niet van toepassing te doen zijn. Bij inwilliging van het verzoek geldt zulks tot wederopzegging door belanghebbende doch ten minste voor vijf jaren; alsdan zijn ook het derde, vierde en vijfde lid niet van toepassing. Een hernieuwd verzoek kan eerst vijf jaren na die wederopzegging worden ingewilligd. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. 7. Artikel 25 is niet van toepassing op landbouwers, veehouders, tuinbouwers en bosbouwers, die prestaties verrichten als zijn bedoeld in het eerste lid. 8. De voorgaande leden blijven buiten toepassing ten aanzien van veehouders, voor zover hun bedrijfsuitoefening niet samenhangt met de exploitatie van de bodem. 9. Bij ministeriлle regeling kunnen nadere regels worden gesteld inzake de toepassing van dit artikel. Afdeling 4. Tabaksprodukten en accijnsgoederen, andere dan tabaksproduktenArtikel 28De heffing van de belasting ter zake van de levering, de intracommunautaire verwerving en de invoer van tabaksprodukten als bedoeld in artikel 29 van de Wet op de accijns alsmede van pruimtabak en snuiftabak als bedoeld in de artikelen 11 en 12 van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten geschiedt met overeenkomstige toepassing van de voor die accijns of die verbruiksbelasting geldende regelen, met dien verstande dat het tarief 19/119 deel bedraagt van de voor de berekening van de accijns of van die verbruiksbelasting in aanmerking komende kleinhandelsprijs. Die belasting komt niet voor aftrek als is bedoeld in artikel 15 in aanmerking. Artikel 28aDe heffing van omzetbelasting ter zake van de intracommunautaire verwerving van accijnsgoederen, andere dan tabaksprodukten, geschiedt met overeenkomstige toepassing van de voor de accijns geldende regels, indien de verwerving wordt verricht door ondernemers of rechtspersonen, andere dan ondernemers, waarvoor artikel 1a, tweede lid, toepassing vindt ter zake van intracommunautaire verwervingen van goederen, andere dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsgoederen. Afdeling 5. Regeling voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteitenArtikel 28b1. Ingeval een wederverkoper gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten levert, wordt, in afwijking van artikel 8, eerste lid, de belasting berekend over de winstmarge. De winstmarge is het verschil tussen de vergoeding en hetgeen ter zake van de levering van een dergelijk goed aan de wederverkoper door hem is of moet worden voldaan. 2. Het eerste lid is slechts van toepassing indien het goed aan de wederverkoper is geleverd door: a. een ander dan een ondernemer; b. een ondernemer, met toepassing van artikel 11, eerste lid, onderdeel r; c. een ondernemer die ingevolge artikel 25, derde lid, is ontheven van de verplichtingen, opgelegd bij of krachtens de artikelen 34 en 35, mits het een in zijn bedrijf gebruikt bedrijfsmiddel betreft; d. een andere wederverkoper, met toepassing van het eerste lid; of e. een ondernemer of een wederverkoper uit een andere lid-staat, mits het een levering is als bedoeld in artikel 314, onder b, c of d, van de BTW-richtlijn 2006. Artikel 28c1. Op verzoek van de wederverkoper is artikel 28b, eerste lid, van overeenkomstige toepassing op de leveringen van: a. kunstvoorwerpen die hem zijn geleverd met toepassing van onderdeel a, post 29, onderdeel b, van de bij deze wet behorende tabel I; en b. kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten die hij zelf heeft ingevoerd, met dien verstande dat alsdan de winstmarge het verschil is tussen de vergoeding en de douanewaarde vermeerderd met de ter zake van de invoer in Nederland verschuldigde omzetbelasting. 2. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Bij inwilliging van het verzoek geldt zulks tot wederopzegging door belanghebbende doch ten minste voor twee kalenderjaren. Een hernieuwd verzoek kan eerst twee jaren na die wederopzegging worden ingewilligd. Artikel 28dIn bij ministeriлle regeling aan te wijzen gevallen wordt, in afwijking in zoverre van de artikelen 28b en 28c, ter zake van leveringen van goederen waarop een zelfde tarief wordt toegepast, de belasting berekend over de winstmarge per tijdvak van aangifte. Deze winstmarge is het verschil tussen de som van de vergoedingen ter zake van die leveringen in dat tijdvak en de som van hetgeen in dat tijdvak door de wederverkoper is of moet worden voldaan ter zake van in artikel 28b, tweede lid, en 28c, eerste lid, bedoelde leveringen of invoer van dergelijke goederen. Artikel 28eIn afwijking van artikel 15 vindt geen aftrek plaats: a. ingeval de artikelen 28b, 28c of 28d toepassing vinden, van de belasting welke begrepen is in het door de wederverkoper in rekening gebrachte bedrag; en b. ingeval artikel 28c toepassing vindt, van de belasting welke aan de wederverkoper in rekening is gebracht ter zake van de aan hem verrichte levering als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, van dat artikel, of van de belasting welke de wederverkoper verschuldigd is geworden ter zake van de invoer als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, van dat artikel. Artikel 28f1. In afwijking van de artikelen 28b en 28c is de wederverkoper ter zake van elk van zijn leveringen die voor toepassing van die artikelen in aanmerking komen, gerechtigd de belasting te berekenen overeenkomstig artikel 8, eerste lid. 2. Ingeval het eerste lid toepassing vindt, vindt aftrek plaats van de belasting die ingevolge artikel 28e, onderdeel b, niet in aftrek is gebracht. Het recht op aftrek ontstaat op het tijdstip waarop de belasting verschuldigd wordt ter zake van de levering door de wederverkoper. Artikel 28gArtikel 12, derde lid, is niet van toepassing ten aanzien van een wederverkoper die niet in Nederland woont of is gevestigd en aldaar geen vaste inrichting heeft, die goederen levert met toepassing van artikel 28b, 28c of 28d. Artikel 28h1. Ingeval de wederverkoper goederen levert met toepassing van artikel 28b, 28c of 28d, wordt voor de toepassing van artikel 35a, eerste lid, onderdeel h , de omzetbelasting begrepen onder de vergoeding. 2. Het is de wederverkoper die goederen levert met toepassing van artikel 28b, 28c of 28d niet toegestaan om de belasting afzonderlijk te vermelden op de ter zake van die levering uit te reiken factuur. 3. Artikel 35a, eerste lid, onderdeel j , is niet van toepassing ter zake van leveringen door wederverkopers met toepassing van de artikelen 28b, 28c of 28d. Artikel 28iBij ministeriлle regeling kunnen nadere regels worden gesteld inzake de toepassing van deze afdeling. Afdeling 6. Regeling voor beleggingsgoudArtikel 28j1. In deze wet en in de daarop berustende bepalingen wordt onder beleggingsgoud verstaan: a. goud, in de vorm van staven of plaatjes met een door de goudmarkten aanvaard gewicht, met een zuiverheid van ten minste 995/1000, al dan niet belichaamd in effecten, doch met uitzondering van bij ministeriлle regeling aan te wijzen kleine staven of plaatjes met een gewicht van ten hoogste 1 gram; b. gouden munten die: 1В°. een zuiverheid van ten minste 900/1000 hebben; 2В°. na 1800 zijn geslagen; 3В°. in het land van oorsprong als wettig betaalmiddel fungeren of hebben gefungeerd; 4В°. normaliter verkocht worden voor een prijs die de openmarktwaarde van het in de munten vervatte goud niet met meer dan 80% overschrijdt; c. gouden munten die zijn opgenomen in de lijst die de Europese Commissie elk jaar publiceert in de C-serie van het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en die daarmee worden geacht aan de in onderdeel b opgenomen criteria te voldoen gedurende het hele jaar waarvoor de lijst wordt gepubliceerd. 2. De in het eerste lid, onderdelen b en c, bedoelde gouden munten worden, voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen, geacht niet wegens hun numismatische belang te worden verkocht. Artikel 28kVan de belasting zijn vrijgesteld: a. de levering, de intracommunautaire verwerving en de invoer van beleggingsgoud, waaronder begrepen beleggingsgoud dat belichaamd is in certificaten voor toegewezen of niet-toegewezen goud of dat verhandeld wordt op goudrekeningen, en waaronder begrepen, in het bijzonder, goudleningen en swaps, die een eigendoms- of vorderingsrecht op beleggingsgoud belichamen, evenals de handelingen betreffende beleggingsgoud bestaande in future- en termijncontracten die leiden tot de overdracht van een eigendoms- of vorderingsrecht met betrekking tot beleggingsgoud; b. de diensten door tussenpersonen die handelen in naam en voor rekening van een ander wanneer zij betrokken zijn bij de levering van beleggingsgoud voor hun principaal. Artikel 28l1. De ondernemer die beleggingsgoud produceert of goud omzet in beleggingsgoud kan ervoor kiezen artikel 28k, onderdeel a, op hem niet van toepassing te doen zijn met betrekking tot leveringen van beleggingsgoud aan een andere ondernemer. 2. De ondernemer die in het kader van zijn onderneming normaliter goud levert voor industriлle doeleinden, kan ervoor kiezen artikel 28k, onderdeel a, op hem niet van toepassing te doen zijn met betrekking tot leveringen van beleggingsgoud als bedoeld in artikel 28j, eerste lid, onderdeel a, aan een andere ondernemer. 3. Indien de leverancier het recht om overeenkomstig het eerste of het tweede lid voor belastingheffing te kiezen heeft uitgeoefend, kan de tussenpersoon ervoor kiezen artikel 28k, onderdeel b, op hem niet van toepassing te doen zijn met betrekking tot de in dat onderdeel vermelde diensten. Artikel 28m1. In afwijking in zoverre van artikel 15 heeft de ondernemer een recht op aftrek van de belasting die in rekening is gebracht of verschuldigd is geworden met betrekking tot: a. beleggingsgoud dat hem is geleverd door een ondernemer die een in artikel 28l bedoeld keuzerecht heeft uitgeoefend; b. de levering aan hem of de intracommunautaire verwerving of de invoer door hem van ander goud dan beleggingsgoud dat vervolgens door hem of namens hem wordt omgezet in beleggingsgoud; c. aan hem verleende diensten bestaande in een wijziging van de vorm, het gewicht of de zuiverheid van goud met inbegrip van beleggingsgoud; indien de latere levering door hem van dat goud ingevolge deze afdeling is vrijgesteld. 2. In afwijking in zoverre van artikel 15 heeft de ondernemer die beleggingsgoud produceert of goud in beleggingsgoud omzet een recht op aftrek van de belasting die hem in rekening is gebracht of door hem verschuldigd is geworden met betrekking tot de levering dan wel de intracommunautaire verwerving of de invoer van goederen of diensten die met de productie of de omzetting van dat goud verband houden alsof de latere levering door hem van het ingevolge deze afdeling vrijgestelde goud aan de heffing van belasting was onderworpen. Artikel 28nDe ondernemer die handelt in beleggingsgoud dient, met overeenkomstige toepassing van artikel 34, aantekening te houden van alle handelingen betreffende beleggingsgoud waarvoor de vergoeding meer dan 10 000 bedraagt en de documenten te bewaren aan de hand waarvan de identiteit van de cliлnt bij dergelijke handelingen kan worden vastgesteld. Artikel 28oIn geval een ondernemer een levering of een dienst verricht die een verwerking omvat van aan een ander toebehorend beleggingsgoud, waardoor het goud niet langer als beleggingsgoud is aan te merken, wordt, in afwijking in zoverre van artikel 8, de belasting berekend over het door de ondernemer voor die levering of dienst in rekening gebrachte bedrag – de omzetbelasting niet daaronder begrepen – vermeerderd met de normale waarde van het goud dat in het tot stand gekomen goed voorkomt. Artikel 28pBij ministeriлle regeling kunnen nadere regels worden gesteld inzake de toepassing van deze afdeling. Afdeling 7. Regeling voor niet in de Gemeenschap gevestigde ondernemers die elektronische diensten verrichten aan andere dan ondernemersArtikel 28qIn deze afdeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. niet in de Gemeenschap gevestigde ondernemers: ondernemers die niet in de Gemeenschap wonen of zijn gevestigd noch aldaar een vaste inrichting hebben, en ook niet anderszins voor omzetbelastingdoeleinden in de Gemeenschap zijn geпdentificeerd; b. lid-staat van identificatie: de lid-staat waar de niet in de Gemeenschap gevestigde ondernemer zich identificeert teneinde een nummer van registratie te verkrijgen vanwege het begin van zijn activiteit als ondernemer op het grondgebied van de Gemeenschap overeenkomstig deze afdeling; c. lid-staat van verbruik: de lidstaat waar overeenkomstig artikel 6h elektronische diensten worden verricht; d. melding elektronische diensten: het elektronische bericht waarin alle gegevens staan die nodig zijn om het bedrag te bepalen van de in elke lid-staat van verbruik verschuldigde belasting ter zake van elektronische diensten welke zijn verricht aan anderen dan ondernemers die in de Gemeenschap wonen of zijn gevestigd. Artikel 28r1. Een niet in de Gemeenschap gevestigde ondernemer die elektronische diensten verricht aan anderen dan ondernemers die in de Gemeenschap wonen of zijn gevestigd, kan ten aanzien van de heffing van belasting kiezen voor Nederland als lid-staat van identificatie. 2. Ingeval de niet in de Gemeenschap gevestigde ondernemer kiest voor Nederland als lid-staat van identificatie, dient hij onverwijld opgave te doen van het begin of de beлindiging van het verrichten van elektronische diensten, alsook van wijziging van deze activiteit in die zin dat de in deze afdeling opgenomen regeling niet langer van toepassing is. 3. De in het tweede lid bedoelde opgave vindt langs elektronische weg bij de inspecteur plaats en bevat de volgende gegevens: a. naam, postadres en elektronische adressen, met inbegrip van websites, van de ondernemer; b. het eventuele belastingnummer dat aan de ondernemer is verstrekt door zijn nationale belastingautoriteit; c. een verklaring dat de ondernemer niet reeds in de Gemeenschap is geпdentificeerd voor belastingheffing op grond van de BTW-richtlijn 2006. 4. Indien degene die heeft gekozen voor Nederland als lid-staat van identificatie niet of niet langer voldoet aan de voorwaarden voor identificatie, wordt de identificatie door de inspecteur geweigerd respectievelijk beлindigd. De weigering of beлindiging geschiedt bij voor bezwaar vatbare beschikking. Artikel 28s1. In afwijking van artikel 14 is de niet in de Gemeenschap gevestigde ondernemer die met toepassing van artikel 28r voor Nederland heeft gekozen als lid-staat van identificatie, gehouden met betrekking tot de in een tijdvak verschuldigd geworden belasting een melding elektronische diensten bij de inspecteur in te dienen, onder vermelding van het hem toegekende nummer van registratie en onder gelijktijdige betaling in euro van de verschuldigde belasting aan de ontvanger, overeenkomstig de bepalingen van dit artikel. 2. Het in het eerste lid bedoelde tijdvak is een kalenderkwartaal. De melding elektronische diensten dient ook te worden ingediend indien in een tijdvak geen elektronische diensten zijn verricht. 3. De in het eerste lid bedoelde melding elektronische diensten vindt plaats langs elektronische weg en bevat ten aanzien van elke lid-staat van verbruik waar belasting is verschuldigd, het totale bedrag dat ter zake van de elektronische diensten in rekening is gebracht, de omzetbelasting niet daaronder begrepen, alsmede het totale bedrag van de daarover verschuldigde belasting. Voorts worden de in de desbetreffende lidstaten geldende belastingtarieven en het totale verschuldigde bedrag aan belasting vermeld. 4. De in het eerste lid bedoelde melding elektronische diensten wordt gedaan uiterlijk 20 dagen na het einde van het tijdvak waarop die melding betrekking heeft. 5. Indien de belasting die verschuldigd is over in Nederland verrichte elektronische diensten, ongeacht de keuze van lid-staat van identificatie, geheel of gedeeltelijk niet is betaald, kan de inspecteur met overeenkomstige toepassing van artikel 20 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen de te weinig geheven belasting naheffen. De artikelen 30f, 67c en 67f van de Algemene wet inzake rijksbelastingen zijn van overeenkomstige toepassing. 6. In afwijking van artikel 2 vindt geen aftrek van belasting plaats, maar wordt teruggaaf van belasting verleend overeenkomstig de dertiende Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 november 1986 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting (nr. 86/560/EEG, PbEG L 326). Artikel 2, tweede en derde lid, en artikel 4, tweede lid, van deze Richtlijn zijn niet van toepassing op een verzoek om teruggaaf van belasting dat verband houdt met elektronische diensten waarop de in deze afdeling opgenomen regeling van toepassing is. 7. De bedragen in de melding elektronische diensten worden uitgedrukt in eurobedragen. Indien de vergoeding voor elektronische diensten is uitgedrukt in een andere munteenheid dan de euro wordt, in afwijking van artikel 8, zesde lid, voor de bepaling van de in het derde lid genoemde bedragen de wisselkoers gehanteerd die gold op de laatste dag van de periode waarop de melding elektronische diensten betrekking heeft. De omrekening vindt plaats volgens de wisselkoersen die de Europese Centrale Bank voor de desbetreffende dag bekend heeft gemaakt of, als er op de desbetreffende dag geen bekendmaking heeft plaatsgevonden, volgens de wisselkoersen op de eerstvolgende dag van bekendmaking. 8. Hoofdstuk V van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing als ware de betaalde belasting op aangifte voldaan. Artikel 28t1. In afwijking van artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is een niet in de Gemeenschap gevestigde ondernemer die elektronische diensten verricht aan anderen dan ondernemers die in de Gemeenschap wonen of zijn gevestigd, gehouden aantekening te houden van alle handelingen die betrekking hebben op elektronische diensten en waarvan de raadpleging van belang kan zijn voor de vaststelling van feiten welke van invloed kunnen zijn op de heffing van belasting in Nederland en in andere lid-staten van verbruik. 2. De in het eerste lid bedoelde ondernemer is verplicht boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan – zulks ter keuze van de inspecteur – betreffende elektronische diensten te bewaren gedurende tien jaren na afloop van het jaar waarin de dienst is verricht. 3. Desgevraagd dienen de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan langs elektronische weg ter beschikking te worden gesteld aan de inspecteur, aan de ontvanger, of aan de belastingautoriteit van een andere lid-staat van verbruik. Afdeling 8. Regeling voor visArtikel 28uDe belasting, verschuldigd ter zake van de invoer en de levering aan veilingen van vis, schaal-, schelp- en weekdieren die worden aangebracht per schip dat terugkeert van de visvangst, of per ventjager, bedraagt nihil. |
|
Adres:
Hogehilweg 19 1101 CB Amsterdam The Netherlands E-mail:
contact@bl-consultancy.com |