Hoofdstuk VII. Belastingheffing van artiesten en beroepssportersHoofdstuk VII. Belastingheffing van artiesten en beroepssporters Artikel 351. Ten aanzien van een artiest of beroepssporter wordt de belasting geheven naar de gage. 2. Gage is al hetgeen de artiest of beroepssporter als zodanig geniet. Tot de gage behoren kostenvergoedingen alsmede aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen. 3. Tot de gage behoren niet: a. vergoedingen en verstrekkingen ter zake van consumpties en maaltijden die ingevolge artikel 11, eerste lid, onderdeel a of onderdeel b, niet tot het loon zouden hebben behoord; b. vergoedingen die strekken tot bestrijding van reis- en verblijfkosten – andere dan kosten van eigen vervoer – ter behoorlijke vervulling van het optreden dan wel de sportbeoefening, mits de artiest of beroepssporter de bewijsstukken overhandigt aan de inhoudingsplichtige en deze de bewijsstukken administreert en voor controle beschikbaar houdt; c. verstrekkingen die strekken tot voorkoming van reis- en verblijfkosten ter behoorlijke vervulling van het optreden dan wel de sportbeoefening; d. aanspraken ingevolge de Ziektewet, de Wet arbeid en zorg, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en de Werkloosheidswet; e. aanspraken, die naar aard en strekking overeenkomen met aanspraken als bedoeld in onderdeel d; f. aanspraken op uitkeringen wegens overlijden of invaliditeit ten gevolge van een ongeval en g. bedragen die worden ingehouden als premie ingevolge hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen en als bijdrage voor aanspraken die naar aard en strekking overeenkomen met aanspraken bedoeld in onderdeel e, alsmede bijdrage voor aanspraken, bedoeld in onderdeel f. 4. Tot de gage behoort mede niet het aan de artiest of beroepssporter toe te rekenen deel van hetgeen blijkens een beschikking van de inspecteur als een niet tot de gage behorende vergoeding kan worden aangemerkt (kostenvergoedingsbeschikking). De kostenvergoedingsbeschikking wordt op verzoek door de inspecteur verstrekt en is vatbaar voor bezwaar. Het verzoek wordt voor het optreden of de sportbeoefening gedaan door de artiest, de beroepssporter of de inhoudingsplichtige, dan wel uiterlijk een maand na het optreden of de sportbeoefening door de inhoudingsplichtige. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de kostenvergoedingsbeschikking. 5. Niet in geld genoten gage wordt in aanmerking genomen naar de waarde die daaraan in het economische verkeer kan worden toegekend. 6. Gage wordt beschouwd te zijn genoten op het tijdstip: a. waarop zij betaald of verrekend wordt, ter beschikking van de artiest of beroepssporter wordt gesteld of rentedragend wordt; b. waarop zij vorderbaar en tevens inbaar wordt, of c. indien dat later is dan de tijdstippen, bedoeld in de onderdelen a en b en de inhoudingsplichtige een kostenvergoedingsbeschikking heeft aangevraagd: uiterlijk een maand na het optreden of de sportbeoefening. Artikel 35a1. De verschuldigde belasting bedraagt een percentage, gelijk aan het gecombineerde heffingspercentage, bedoeld in artikel 21, onderdeel b, van de gage. In afwijking van de vorige volzin bedraagt de belasting ten aanzien van de niet in Nederland wonende artiest of beroepssporter 20 percent van de gage. 2. Ten aanzien van niet in Nederland wonende beroepssporters kan bij algemene maatregel van bestuur, zo nodig onder voorwaarden, ten behoeve van uniforme heffing bij grensoverschrijdende evenementen het in het eerste lid genoemde percentage van 20 tijdelijk worden verlaagd, doch niet verder dan tot 15 percent. Een krachtens de eerste volzin vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overlegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgelegd, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de beide Kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken. 3. In afwijking van het eerste lid bedraagt de verschuldigde belasting 52 percent van de gage ingeval de artiest of beroepssporter zijn naam, adres of woonplaats niet aan de inhoudingsplichtige heeft verstrekt, dan wel zijn identiteit niet is vastgesteld en opgenomen in de loonadministratie overeenkomstig artikel 35e, onderdeel e, alsmede ingeval de artiest of beroepssporter ter zake onjuiste gegevens heeft verstrekt en de inhoudingsplichtige dit weet of redelijkerwijs moet weten. Artikel 35b1. De belasting wordt geheven door inhouding op de gage. 2. De inhoudingsplichtige is verplicht de belasting in te houden op het tijdstip waarop de gage wordt genoten. 3. De inhoudingsplichtige is verplicht de ingehouden belasting op aangifte af te dragen. Artikel 35c[Vervallen per 01-01-2007] Artikel 35d1. De artiest of beroepssporter is gehouden volgens bij ministeriлle regeling te stellen regels aan de inhoudingsplichtige: a. opgave te doen van gegevens waarvan de kennisneming voor de heffing van de belasting van belang kan zijn; b. inzage te verlenen van een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1Вє tot en met 3Вє, van de Wet op de identificatieplicht om een afschrift daarvan in de loonadministratie van de inhoudingsplichtige te laten opnemen; c. - indien hij in Nederland woont – opgave te doen van zijn burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, zijn sociaal-fiscaalnummer. 2. Opgave van naam, adres, woonplaats en – ingeval hij niet in Nederland woont – woonland en geboortedatum van de artiest of beroepssporter alsmede van de overige in dit artikel bedoelde gegevens geschiedt door middel van de door de inspecteur verstrekte gageverklaring. Artikel 35eDe inhoudingsplichtige is gehouden volgens bij ministeriлle regeling te stellen regels: a. van de artiest of beroepssporter opgave te verlangen van gegevens waarvan de kennisneming voor de heffing van de belasting van belang kan zijn; b. van de in Nederland wonende artiest opgave te verlangen van zijn burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, zijn sociaal-fiscaalnummer; c. een loonadministratie te voeren en daarbij de gegevens te administreren met betrekking tot de gage en met betrekking tot vergoedingen en verstrekkingen die niet tot de gage behoren; d. aan de in Nederland wonende artiest, alsmede, op diens verzoek, aan de niet in Nederland wonende artiest of beroepssporter, opgave te doen van de in een kalenderjaar genoten gage, van de ingehouden belasting en van andere gegevens die van belang kunnen zijn voor de heffing van de inkomstenbelasting; e. de identiteit van de artiest of beroepssporter vast te stellen aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1Вє tot en met 3Вє, van de Wet op de identificatieplicht, alsmede de aard, het nummer en een afschrift daarvan in de loonadministratie op te nemen. Artikel 35fBij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor bepaalde groepen artiesten of beroepssporters nadere regelen worden gesteld inzake de heffing van de belasting, alsmede andere in het kader der wet passende nadere regelen worden gegeven ter aanvulling van in de wet geregelde onderwerpen. |
|
Adres:
Hogehilweg 19 1101 CB Amsterdam The Netherlands E-mail:
contact@bl-consultancy.com |