TITEL II. OP LANGE TERMIJN TE TREFFEN MAATREGELENTITEL II. OP LANGE TERMIJN TE TREFFEN MAATREGELEN Artikel 17Op het gebied van het personenverkeer zullen de Partijen streven naar opheffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen en verlegging daarvan naar de buitengrenzen. Met het oog hierop zullen zij vooraf alles in het werk stellen om, indien nodig, de wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften met betrekking tot de aan de controles ten grondslag liggende verboden en beperkingen te harmoniseren en aanvullende maatregelen te treffen tot bescherming van de veiligheid en tot verhindering van de illegale immigratie van onderdanen van Staten die geen lid zijn van de Europese Gemeenschappen. Artikel 18De Partijen zullen met name over onderstaande vraagstukken besprekingen openen, rekening houdend met het resultaat van de maatregelen op korte termijn: a) de opstelling van regelingen inzake de politiesamenwerking bij het voorkomen van strafbare feiten en bij het opsporen daarvan; b) de bestudering van eventuele moeilijkheden bij de toepassing van de akkoorden inzake internationale rechtshulp en uitlevering, ten einde de meest geschikte oplossingen te vinden ter verbetering van de betrekkingen tussen de Partijen op die gebieden; c) het zoeken naar middelen tot gemeenschappelijke misdaadbestrijding, onder meer door eventuele invoering voor politie-ambtenaren van een achtervolgingsrecht, rekening houdend met de bestaande communicatiemiddelen en de internationale rechtshulp. Artikel 19De Partijen zullen streven naar harmonisatie van de wetgevingen en wettelijke voorschriften, met name op het gebied van: - verdovende middelen; - wapens en explosieven; - de registratie van reizigers in hotels. Artikel 20De Partijen zullen streven naar harmonisatie van hun visumbeleid en van de voorwaarden voor binnenkomst op hun grondgebied. Voor zover nodig zullen zij tevens de harmonisatie voorbereiden van hun regelingen betreffende bepaalde aspecten van het vreemdelingenrecht ten aanzien van onderdanen van Staten die geen lid zijn van de Europese Gemeenschappen. Artikel 21De Partijen zullen in de Europese Gemeenschappen gemeenschappelijke initiatieven nemen ten einde: a) te komen tot verhoging van de aan reizigers verleende vrijstellingen; b) in het kader van de communautaire vrijstellingen de bij binnenkomst van de Lid-Staten nog bestaande beperkingen voor goederen, waarvan het bezit voor ingezetenen niet is verboden, weg te werken. De Partijen zullen in de Europese Gemeenschappen initiatieven nemen met het oog op geharmoniseerde heffing in het land van vertrek van de BTW op het verzorgen van toeristenvervoer binnen de Europese Gemeenschappen. Artikel 22De Partijen zullen zowel in onderling verband als in de Europese Gemeenschappen ernaar streven: - de vrijstelling voor motorbrandstof op te trekken tot de normale tankinhoud van autobussen en autocars (600 liter), - toenadering te brengen in de belastingtarieven voor dieselbrandstof en de vrijstelling voor de normale tankinhoud van vrachtwagens te verhogen. Artikel 23De Partijen zullen eveneens op het gebied van het goederenvervoer ernaar streven het oponthoud en het aantal stopplaatsen bij de samengevoegde nationale controleposten te beperken. Artikel 24Op het gebied van het goederenverkeer zullen de Partijen naar middelen zoeken om de thans aan de gemeenschappelijke grenzen uitgeoefende controles te verleggen naar de buitengrenzen of naar het binnenland. Met het oog hierop zullen zij, indien nodig, in onderling verband en in de Europese Gemeenschappen gezamenlijke initiatieven nemen ten einde de bepalingen, die aan de controles aan de gemeenschappelijke grenzen op het goederenverkeer ten grondslag liggen, te harmoniseren. Zij zullen ervoor zorg dragen dat deze maatregelen geen afbreuk doen aan de noodzakelijke bescherming van de gezondheid van personen, dieren en planten. Artikel 25De Partijen zullen verdere uitbreiding geven aan hun samenwerking met het oog op vergemakkelijking van de inklaring van goederen door middel van een systematische en geautomatiseerde uitwisseling van de nodige gegevens die in het Enig Document worden vastgelegd. Artikel 26De Partijen zullen nagaan op welke wijze de indirecte belastingen (BTW en accijnzen) in het kader van de Europese Gemeenschappen kunnen worden geharmoniseerd. Met het oog hierop zullen zij de door de Europese Gemeenschappen genomen initiatieven steunen. Artikel 27De Partijen zullen nagaan of op basis van wederkerigheid de volgens het gemeenschapsrecht toegestane vrijstellingsbeperkingen voorgrensbewoners kunnen worden afgeschaft. Artikel 28Het bilateraal of multilateraal sluiten van soortgelijke regelingen met Staten die geen partij bij dit Akkoord zijn, dient door onderling overleg tussen de Partijen te worden voorafgegaan. Artikel 29Dit Akkoord zal eveneens van toepassing zijn op het Land Berlijn, tenzij de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland binnen drie maanden na de dag van inwerkingtreding tegenover de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie en de Regering van de Franse Republiek anders verklaart. Artikel 30De in dit Akkoord neergelegde maatregelen die niet met ingang van de inwerkingtreding van toepassing zijn, zullen vууr 1 januari 1986 worden toegepast wat betreft de maatregelen als bedoeld in Titel I en, indien mogelijk, vууr 1 januari 1990 wat betreft de maatregelen als bedoeld in Titel II, tenzij in dit Akkoord in andere termijnen is voorzien. Artikel 31Dit Akkoord is van toepassing onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 5 en 6, 8 t/m 16 van de te Saarbrьcken op 13 juli 1984 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek gesloten Overeenkomst. Artikel 32Dit Akkoord wordt ondertekend zonder voorbehoud van bekrachtiging of goedkeuring, dan wel onder voorbehoud van bekrachtiging of goedkeuring, gevolgd door bekrachtiging of goedkeuring. Dit Akkoord zal voorlopig worden toegepast met ingang van de dag, volgende op de dag van ondertekening. Dit Akkoord zal in werking treden dertig dagen na nederlegging van de laatste akte van bekrachtiging of van goedkeuring. Artikel 33Dit Akkoord zal worden nedergelegd bij de Regering van het Groothertogdom Luxemburg, die daarvan een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift zendt aan elke andere Regering welke dit Akkoord heeft ondertekend. TEN BLIJKE WAARVAN de daartoe naar behoren gemachtigde vertegenwoordigers van de Regeringen dit Akkoord hebben ondertekend. GEDAAN te Schengen (Groothertogdom Luxemburg), de veertiende juni negentienhonderdvijfentachtig, zijnde de teksten van dit Akkoord in de Duitse, de Franse en de Nederlandse taal gelijkelijk authentiek. Proces-verbaal van de vergadering van de vertegenwoordigers van de Regeringen van het Koninkrijk Belgiл, van de Bondsrepubliek Duitsland, van de Franse Republiek, van het Groothertogdom Luxemburg en van het Koninkrijk der Nederlanden, gehouden te Schengen (Groothertogdom Luxemburg) op 14 juni 1985, aangaande het tussen hun Regeringen gesloten Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen De vijf Partijen formuleren met betrekking tot de hiernavolgende artikelen van het Akkoord de volgende opmerkingen: - Artikel 9: - Artikel 21: - Artikel 28: Verlegging van de betaling van de BTW naar het binnenland Daar geen overeenstemming kan worden bereikt over een artikel met betrekking tot de verlegging van de betaling van de BTW naar het binnenland besluiten de Partijen daarover niets in het Akkoord zelf op te nemen. Overeengekomen wordt dat de mogelijkheden met betrekking tot de verlegging van de betaling van de BTW naar het binnenland verder zullen worden bestudeerd. Follow-up van het Akkoord: De Centrale onderhandelingsgroep zal op ambtelijk vlak de verantwoordelijkheid dragen voor de coцrdinatie van de werkzaamheden met betrekking tot de uitvoering van de bepalingen van dit Akkoord. Over de resultaten van deze coцrdinatiewerkzaamheden zal rapport worden uitgebracht aan de betrokken Staatssecretarissen van de vijf Regeringen. De Partijen verbinden zich ertoe de bepalingen van het Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen, dat op 14 juni 1985 te Schengen (Groothertogdom Luxemburg) werd gesloten, die betrekking hebben op de immigratie, de veiligheid en de bestrijding van de handel in verdovende middelen toe te passen op de voorwaarden als respectievelijk omschreven in de vertrouwelijke bijlagen 1 en 2en in bijlage 3 bij dit Verslag. Bijlage 3. Maatregelen betreffende de bestrijding van de handel in verdovende middelen Ter coцrdinatie van hun acties tot bestrijding van de handel in verdovende middelen verbinden de Partijen zich ertoe alle daartoe nuttige inlichtingen uit te wisselen, met inachtneming van hun nationale wetgevingen en voor zover de toepasselijke rechtshulpverdragen niet een andere wijze van verstrekking van inlichtingen voorschrijven. De Staat die inlichtingen verstrekt, bepaalt de voorwaarden waaronder deze dienen te worden gebruikt en de ontvangende Staat verbindt zich ertoe deze na te leven. Dit zal normaliter via de Organisation Internationale de Police Criminelle (INTERPOL) geschieden en de gebruikelijke contactpunten zullen de nationale centrale bureaus (N.C.B.) zijn. Daar evenwel rechtstreekse uitwisseling tussen de politie- en douaneautoriteiten van de verschillende landen de meest snelle weg is, verbinden de Partijen zich ertoe om, zodra de eerste fase van het Akkoord betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke grenzen in werking treedt, een gecentraliseerde dienst aan te wijzen waarmee de overeenkomstige diensten in elk der andere vier landen bij voorkeur contact zullen opnemen. Deze centrale dienst moet voor de centrale diensten van de andere landen vierentwintig uur per dag en alle dagen van het jaar bereikbaar zijn. Tevens moeten deze diensten zodanige bevoegdheden hebben dat zij elkaar onverwijld kunnen inlichten en desgevraagd gegevens verifiлren. |
|
Adres:
Hogehilweg 19 1101 CB Amsterdam The Netherlands E-mail:
contact@bl-consultancy.com |