TITEL III. SLOTBEPALINGENTITEL III. SLOTBEPALINGEN Artikel 231. Indien een verdragsluitende Staat, nadat het Verdrag voor hem in werking is getreden, een nieuwe verwijzingsregel wenst vast te stellen voor een speciale categorie van overeenkomsten die onder het Verdrag vallen, geeft hij de andere Staten die het Verdrag hebben ondertekend, van zijn voornemen kennis door tussenkomst van de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen. 2. Binnen zes maanden na de kennisgeving aan de Secretaris-Generaal kan elke Staat die het Verdrag heeft ondertekend, hem verzoeken te bevorderen dat de Staten die het Verdrag hebben ondertekend, met elkaar in overleg treden ten einde tot een akkoord te komen. 3. Indien geen enkele Staat die het Verdrag heeft ondertekend binnen deze termijn om overleg heeft verzocht of indien binnen twee jaar na de kennisgeving aan de Secretaris-Generaal het overleg niet tot overeenstemming heeft geleid, kan de verdragsluitende Staat zijn recht wijzigen. De door deze Staat getroffen regeling wordt door tussenkomst van de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen ter kennis gebracht van de overige Staten die het Verdrag hebben ondertekend. Artikel 241. Indien een verdragsluitende Staat, nadat het onderhavige Verdrag voor hem in werking is getreden, partij wenst te worden bij een meerzijdig verdrag waarvan het voornaamste onderwerp of een der voornaamste onderwerpen een regeling van internationaal privaatrecht is betreffende een van de onderwerpen die door het onderhavige Verdrag worden beheerst, is de procedure van artikel 23 van toepassing. De termijn van twee jaar, bedoeld in artikel 23, derde lid, wordt evenwel teruggebracht tot een jaar. 2. De in het voorgaande lid bedoelde procedure wordt niet gevolgd wanneer een verdragsluitende Staat of een van de Europese Gemeenschappen reeds partij is bij het meerzijdige verdrag, of wanneer daarmede wordt beoogd een verdrag te wijzigen waarbij de betrokken Staat partij is, of wanneer het een verdrag betreft dat werd gesloten in het kader van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen. Artikel 25Wanneer een verdragsluitende Staat van oordeel is dat de door dit Verdrag tot stand gekomen eenmaking van het recht in gevaar wordt gebracht door het sluiten van andere dan de in artikel 24, eerste lid, bedoelde verdragen, kan deze Staat aan de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen verzoeken te bevorderen dat de Staten die het Verdrag hebben ondertekend, met elkaar in overleg treden. Artikel 26Iedere verdragsluitende Staat kan verzoeken om herziening van dit Verdrag. In dat geval roept de Voorzitter van de Raad der Europese Gemeenschappen een herzieningsconferentie bijeen. Artikel 271. Dit Verdrag is van toepassing op het Europese gebied van de verdragsluitende Staten, met inbegrip van Groenland en het volledige grondgebied van de Franse Republiek. 2. In afwijking van het eerste lid: a) is dit Verdrag niet van toepassing op de Faerцer, tenzij het Koninkrijk Denemarken anders verklaart; b) is dit Verdrag niet van toepassing op de Europese gebieden buiten het Verenigd Koninkrijk, waarvan het Verenigd Koninkrijk de buitenlandse betrekkingen verzorgt, tenzij het Verenigd Koninkrijk anders verklaart ten aanzien van een zodanig gebied; c) is dit Verdrag van toepassing op de Nederlandse Antillen, indien het Koninkrijk der Nederlanden een verklaring in deze zin aflegt. 3. Deze verklaringen kunnen op elk tijdstip worden afgelegd door middel van een kennisgeving aan de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen. 4. Beroepsprocedures die in het Verenigd Koninkrijk worden ingesteld tegen beslissingen van gerechten die zijn gelegen in een van de in het tweede lid, onder b), bedoelde gebieden, worden beschouwd als procedures die voor die gerechten worden gevoerd. Artikel 281. Dit Verdrag staat met ingang van 19 juni 1980 open voor ondertekening door de Staten die Partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap. 2. Dit Verdrag wordt door de ondertekenende Staten bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen. Artikel 291. Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgende op het nederleggen van de zevende akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. 2. Voor elke ondertekenende Staat die het Verdrag nadien bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt, treedt het in werking op de eerste dag van de derde maand die volgt op het nederleggen van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. Artikel 301. Dit Verdrag heeft een looptijd van tien jaar, te rekenen vanaf het tijdstip waarop het overeenkomstig artikel 29, eerste lid, in werking treedt; het voorgaande geldt ook voor de Staten waarvoor dit Verdrag op een later tijdstip in werking treedt. 2. Behoudens opzegging wordt het Verdrag stilzwijgend verlengd, telkens voor een tijdvak van 5 jaar. 3. De opzegging wordt ten minste zes maanden voor het verstrijken van de termijn van tien jaar of, al naar het geval van vijf jaar, ter kennis gebracht van de Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen. Zij kan worden beperkt tot een van de gebieden waarop het Verdrag krachtens artikel 27, tweede lid, van toepassing wordt verklaard. 4. De opzegging geldt slechts ten aanzien van de Staat die haar heeft gedaan. Voor de andere verdragsluitende Staten blijft het Verdrag van kracht. Artikel 31De Secretaris-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen stelt de Staten die Partij zijn bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap in kennis van: a) de ondertekeningen: b) het nederleggen van iedere akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring; c) het tijdstip van inwerkingtreding van dit Verdrag; d) de kennisgevingen, gedaan ingevolge de artikelen 23, 24, 25, 26, 27 en 30; e) de voorbehouden en de intrekking van de voorbehouden bedoeld in artikel 22. Artikel 32Het aan dit Verdrag toegevoegde Protocol maakt een wezenlijk onderdeel van het Verdrag uit. Artikel 33Dit Verdrag, opgesteld in ййn exemplaar in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Ierse, de Italiaanse en de Nederlandse taal, welke teksten gelijkelijk authentiek zijn, zal worden nedergelegd in het archief van het Secretariaat-Generaal van de Raad van de Europese Gemeenschappen. De Secretaris-Generaal zendt een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift daarvan toe aan de Regeringen van de ondertekende Staten. TEN BLIJKE WAARVAN, de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, hun handtekening onder dit Verdrag hebben geplaatst. GEDAAN te Rome, de negentiende juni negentienhonderdtachtig. ProtocolDe Hoge Verdragsluitende Partijen hebben overeenstemming bereikt over onderstaande bepaling die aan het Verdrag wordt gehecht: Ongeacht de bepalingen van het Verdrag kan Denemarken artikel 169 van de sГёlov (wet op het zeerecht) betreffende het recht dat van toepassing is op kwesties in verband met het goederenvervoer over zee, handhaven en wijzigen zonder de procedure van artikel 23 van het Verdrag te volgen. TEN BLIJKE WAARVAN, de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, hun handtekening onder dit Protocol hebben geplaatst. GEDAAN te Rome, de negentiende juni negentienhonderdtachtig. Gemeenschappelijke Verklaring [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]Op het tijdstip van de ondertekening van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, hebben de Regeringen van het Koninkrijk Belgiл, van het Koninkrijk Denemarken, van de Bondsrepubliek Duitsland, van de Franse republiek, van Ierland, van de Italiaanse republiek, van het Groothertogdom Luxemburg, van het Koninkrijk der Nederlanden en van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanniл en Noord-Ierland, I. geleid door het verlangen zoveel mogelijk te voorkomen dat verwijzingsregels worden verspreid over verschillende instrumenten en dat deze regels onderling afwijken, II. uiting gegeven aan hun voornemen onmiddellijk na de ondertekening van het Verdrag en in afwachting van het tijdstip waarop ingevolge artikel 24 van het Verdrag gebondenheid daartoe bestaat, onderling overleg te plegen ingeval een van de ondertekenende Staten partij zou willen worden bij een Verdrag waarop de in dat artikel bedoelde procedure van toepassing zou zijn; III. als hun mening tot uitdrukking gebracht dat, gezien de bijdrage van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst tot de eenmaking van de verwijzingsregels in de Europese Gemeenschappen, iedere toekomstige Lid-Staat van de Europese Gemeenschappen tot dit Verdrag dient toe te treden. [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]TEN BLIJKE WAARVAN, de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, hun handtekening onder deze Verklaring hebben geplaatst. GEDAAN te Rome, de negentiende juni negentienhonderdtachtig. [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip] Gemeenschappelijke Verklaring [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]De Regeringen van het Koninkrijk Belgiл, van het Koninkrijk Denemarken, van de Bondsrepubliek Duitsland, van de Franse Republiek, van Ierland, van de Italiaanse Republiek, van het Groothertogdom Luxemburg, van het Koninkrijk der Nederlanden en van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanniл en Noord-Ierland, op het ogenblik van de ondertekening van het Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst, geleid door de wens een zo doeltreffend mogelijke toepassing van de bepalingen van dit Verdrag te verzekeren, verlangende te voorkomen dat verschillen in uitlegging van het Verdrag afbreuk doen aan de eenheid van dit Verdrag; verklaren zich bereid: 1. de mogelijkheid te onderzoeken om bepaalde bevoegdheden toe te kennen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen en, voor zover nodig, over een daartoe strekkende overeenkomst te onderhandelen; 2. periodiek overleg tussen hun vertegenwoordigers te doen plaatsvinden. [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]TEN BLIJKE WAARVAN, de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, hun handtekening onder deze Verklaring hebben geplaatst. GEDAAN te Rome, de negentiende juni negentienhonderdtachtig. [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip] |
|
Adres:
Hogehilweg 19 1101 CB Amsterdam The Netherlands E-mail:
contact@bl-consultancy.com |