Vierde afdeling. Van de voorzieningen na de faillietverklaring en van het beheer des curatorsVierde afdeling. Van de voorzieningen na de faillietverklaring en van het beheer des curators Artikel 871. De rechtbank kan bij het vonnis van faillietverklaring of te allen tijde daarna, doch in het laatste geval niet dan op voordracht van de rechter-commissaris, of op verzoek van de curator of van een of meer der schuldeisers en na de rechter-commissaris gehoord te hebben, bevelen, dat de gefailleerde, wegens het niet nakomen van verplichtingen welke de wet hem in verband met zijn faillissement oplegt, dan wel wegens gegronde vrees voor het niet nakomen van zodanige verplichtingen, in verzekerde bewaring worde gesteld, hetzij in een huis van bewaring, hetzij in zijn eigen woning onder het opzicht van een ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, of een andere ambtenaar, voorzover die ambtenaar behoort tot een categorie die daartoe door Onze Minister van Justitie is aangewezen. 2. Het bevel hiertoe wordt door het Openbaar Ministerie ten uitvoer gelegd. 3. Dit bevel is voor niet langer dan dertig dagen geldig, te rekenen van de dag waarop het ten uitvoer is gelegd. Aan het einde van die termijn kan de rechtbank, op voordracht van de rechter-commissaris of op een verzoek en na verhoor als in het eerste lid bedoeld, het bevel voor ten hoogste dertig dagen verlengen. Daarna kan hetzelfde telkens op dezelfde wijze voor ten hoogste dertig dagen geschieden. 4. De in het eerste lid bedoelde ambtenaar die door het Openbaar Ministerie is aangewezen om zijn medewerking te verlenen aan de tenuitvoerlegging van het bevel, is bevoegd elke plaats te betreden, voorzover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. Artikel 881. De rechtbank heeft de bevoegdheid, op voordracht van de rechter-commissaris, of op verzoek van de gefailleerde, deze uit de verzekerde bewaring te ontslaan, met of zonder zekerheidstelling, dat hij te allen tijde op de eerste oproeping zal verschijnen. 2. Het bedrag der zekerheidstelling wordt door de rechtbank bepaald en komt bij niet-verschijning des gefailleerden ten voordele des boedels. Artikel 89[Vervallen per 01-01-2002] Artikel 901. In alle gevallen, waarin de tegenwoordigheid van de gefailleerde bij deze of gene bepaalde werkzaamheid, de boedel betreffende, vereist wordt, zal hij, zo hij zich in verzekerde bewaring bevindt, op last van de rechter-commissaris uit de bewaarplaats kunnen worden overgebracht. 2. De last hiertoe wordt door het Openbaar Ministerie ten uitvoer gelegd. Artikel 91Gedurende het faillissement mag de gefailleerde zonder toestemming van de rechter-commissaris zijn woonplaats niet verlaten. Artikel 92De curator zorgt, dadelijk na de aanvaarding zijner betrekking, door alle nodige en gepaste middelen voor de bewaring des boedels. Hij neemt onmiddellijk de bescheiden en andere gegevensdragers, gelden, kleinodiлn, effecten en andere papieren van waarde tegen ontvangbewijs onder zich. Hij is bevoegd de gelden aan de ontvanger voor de gerechtelijke consignatiлn in bewaring te geven. Artikel 931. De curator doet, zo hij of de rechter-commissaris dit nodig acht, dadelijk de boedel verzegelen door een notaris. 2. Buiten de verzegeling blijven, doch worden in het proces-verbaal kortelijk beschreven, de goederen vermeld in de artikelen 21, nr. 1 en 92, alsmede de voorwerpen tot het bedrijf van de gefailleerde vereist, indien dit wordt voortgezet. Artikel 93aDe curator heeft toegang tot elke plaats, voorzover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is. De rechter-commissaris is bevoegd tot het geven van een machtiging als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden. Artikel 941. De curator gaat zo spoedig mogelijk over tot het opmaken van een beschrijving des faillieten boedels. 2. De boedelbeschrijving kan ondershands worden opgemaakt en de waardering door de curator geschieden, een en ander onder goedkeuring van de rechter-commissaris. 3. De leden der voorlopige commissie uit de schuldeisers zijn bevoegd bij de beschrijving tegenwoordig te zijn. Artikel 95Van de goederen, vermeld in artikel 21, nr. 1, wordt een staat aan de beschrijving gehecht; die, vermeld in artikel 92, worden in de beschrijving opgenomen. Artikel 96De curator gaat dadelijk na de beschrijving van de boedel over tot het opmaken van een staat, waaruit de aard en het bedrag van de baten en schulden des boedels, de namen en woonplaatsen der schuldeisers, alsmede het bedrag der vorderingen van ieder hunner blijken. Artikel 971. Door de curator gewaarmerkte afschriften van de boedelbeschrijving en van de staat, vermeld in het voorgaande artikel, worden ter kosteloze inzage van een ieder neergelegd ter griffie van de rechtbank van het arrondissement waarin zich de woonplaats, het kantoor of het verblijf van de gefailleerde bevindt, naar gelang de faillietverklaring is uitgesproken door het rechterlijk college van de woonplaats, het kantoor of het verblijf van de gefailleerde. 2. De neerlegging geschiedt kosteloos. Artikel 98De curator is bevoegd het bedrijf van de gefailleerde voort te zetten. Indien er geen commissie uit de schuldeisers is benoemd, heeft hij daartoe de machtiging van de rechter-commissaris nodig. Artikel 991. De curator opent krachtens de last bedoeld in artikel 14, de brieven en telegrammen aan de gefailleerde gericht. Die, welke niet op de boedel betrekking hebben, stelt hij terstond aan de gefailleerde ter hand. Het postvervoerbedrijf of de postvervoerbedrijven die zijn aangewezen als verlener van de universele postdienst, alsmede de andere geregistreerde postvervoerbedrijven, bedoeld in de Postwet 2009 is, na van de griffier ontvangen kennisgeving, verplicht de curator de brieven en telegrammen, voor de gefailleerde bestemd, af te geven, totdat de curator of de rechter-commissaris haar van die verplichting ontslaat of zij de kennisgeving ontvangt, bedoeld in artikel 15. De rechterlijke last tot het openen van brieven en telegrammen verliest zijn kracht op het in de vorige zin bedoelde tijdstip waarop de verplichting van de administratie tot afgifte van brieven en telegrammen eindigt. 2. Protesten, exploten, verklaringen en termijnstellingen betreffende de boedel geschieden door en aan de curator. Artikel 100De curator is bevoegd naar omstandigheden een door de rechter-commissaris vast te stellen som ter voorziening in het levensonderhoud van de gefailleerde en zijn huisgezin uit te keren. Artikel 1011. De curator is bevoegd goederen te vervreemden, indien en voorzover de vervreemding noodzakelijk is ter bestrijding der kosten van het faillissement, of de goederen niet dan met nadeel voor de boedel bewaard kunnen blijven. 2. De bepaling van artikel 176 is toepasselijk. Artikel 1021. De curator houdt alle gelden, kleinodiлn, effecten en andere papieren van waarde onder zijn onmiddellijke bewaring, tenzij door de rechter-commissaris een andere wijze van bewaring wordt bepaald. 2. Gerede gelden, die voor het beheer niet nodig zijn, worden door de curator belegd ten name van de boedel op de wijze door de rechter-commissaris goed te keuren. Artikel 103Over gelden, kleinodiлn, effecten en andere papieren van waarde, die, volgens bepaling van de rechter-commissaris, door een derde worden bewaard, en over belegde gelden mag de curator niet anders beschikken dan door middel van door de rechter-commissaris voor gezien getekende stukken. Artikel 104De curator is, na ingewonnen advies van de commissie uit de schuldeisers, zo die er is, en onder goedkeuring van de rechter-commissaris, bevoegd vaststellingsovereenkomsten of schikkingen aan te gaan. Artikel 1051. De gefailleerde is verplicht voor de rechter-commissaris, de curator of de commissie uit de schuldeisers te verschijnen en deze alle inlichtingen te verschaffen, zo dikwijls hij daartoe wordt opgeroepen. 2. Bij een faillissement van een persoon die in gemeenschap van goederen is gehuwd of in gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, rust de verplichting om inlichtingen te geven op ieder van de echtgenoten onderscheidenlijk van de geregistreerde partners voorzover hij gehandeld heeft. Artikel 106Bij het faillissement van een rechtspersoon zijn de bepalingen van de artikelen 87-91 op de bestuurders, die van artikel 105, eerste lid, op bestuurders en commissarissen toepasselijk. Artikel 1071. De griffier is verplicht aan elke schuldeiser op diens verzoek en op diens kosten afschrift te geven van de stukken, die ingevolge enige bepaling dezer wet ter griffie worden neergelegd of zich aldaar bevinden. 2. Evenzo is de griffier verplicht aan een ieder op diens verzoek en op diens kosten afschrift af te geven van de stukken waarvan een ieder ingevolge enige bepaling van deze wet ter griffie inzage kan verkrijgen. |
|
Adres:
Hogehilweg 19 1101 CB Amsterdam The Netherlands E-mail:
contact@bl-consultancy.com |