Wijziging B5/2.1Wijziging B5/2.1 Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire (TBV 2002/63) Aan:- de Korpschefs Politieregio's - de Korpsbeheerders Politieregio's - de Bevelhebber van de Koninklijke Marechaussee i.a.a: - de Procureurs-Generaal Onderdeel: Stafdirectie Uitvoeringsbeleid Datum: 17 december 2002 Ons kenmerk: HKUIT 02-4757 AUB Code: TBV 2002/63 Juridische achtergrond: B5 Vc2000 Geldigheidsduur: Een jaar, ingaand twee dagen na publicatie in de Staatscourant Bijlage: Model M139 Onderwerp: MVV-procedure bij IND-loket arbeidsmigratie InleidingOp 24 mei 2002 heeft de toenmalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Tweede Kamer het advies van de interdepartementale werkgroep Wet arbeid vreemdelingen toegezonden en daarbij aangegeven dat de Ministerraad heeft besloten uitvoering te zullen geven aan dit advies (TK 2001-2002, kenmerk szw0200380). De werkgroep heeft voorstellen gedaan om belangrijke knelpunten weg te nemen in het hele proces van toelatingsprocedures voor arbeidsmigranten. In dit kader heeft de werkgroep geadviseerd over te gaan tot de vorming van één IND-loket voor arbeidsmigranten en hun gezinsleden. Dit zal de beheersbaarheid, de snelheid en de kwaliteit van de afhandeling van aanvragen om een machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) bevorderen. Bovendien ontstaat er één centraal aanspreekpunt voor vreemdelingen, werkgevers en andere overheidsinstanties die betrokken zijn bij arbeidsmigratie. Ter uitvoering van dit advies zal de IND MVV-verzoeken in het kader van het verrichten van arbeid in loondienst ingediend op of na 1 januari 2003, vanuit één centraal punt in het IND-loket arbeidsmigratie behandelen. Gelet op de nauwe verwevenheid van de verblijfsrechtelijke procedure met de tewerkstellingsvergunningsprocedure zal ook de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) één centraal loket inrichten waar werkgevers de benodigde tewerkstellingsvergunning kunnen aanvragen. Hierdoor kan een betere afstemming van werkprocessen bij de IND en CWI worden bereikt, waardoor de door de Ministerraad beoogde versnelling van de toelatingsprocedures voor arbeidsmigranten gerealiseerd kan worden. Gelet hierop dient het bepaalde in hoofdstuk B5 van de Vreemdelingencirculaire 2000 op de hierna volgende wijze aangevuld te worden. Hierbij zij overigens benadrukt dat geen sprake is van enige materiële wijziging in de voorwaarden voor het verlenen van een verblijfsvergunning. Wijziging B5/2.1De tekst volgend na de volzin eindigend op `...teneinde te voorkomen dat er een vicieuze cirkel ontstaat' komt te vervallen en wordt vervangen door de volgende tekst: `2.1.1. Procedure bij het IND-loket arbeidsmigratieTeneinde de toelatingsprocedure te verduidelijken en te versnellen, is per 1 januari 2003 het IND-loket arbeidsmigratie te Rijswijk opgericht. Gelet op hetgeen hiervoor in paragraaf 1.1. al is vermeld met betrekking tot het belang van een nauwe samenwerking met de dienst die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Wet arbeid vreemdelingen, zal ook de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) één centrale locatie te Zoetermeer inrichten waar de werkgever de benodigde tewerkstellingsvergunning kan aanvragen. Hierdoor kan een betere afstemming van de werkprocessen bij de IND en CWI worden bereikt, hetgeen de doelmatigheid en snelheid van afhandeling van de toelatingsprocedure zal vergroten. De procedure komt er derhalve als volgt uit te zien: De werkgever kan ten behoeve van een vreemdeling die dient te beschikken over een machtiging tot voorlopig verblijf en die in Nederland verblijf beoogt voor het verrichten van arbeid in loondienst, een verzoek tot afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf voor het verrichten van arbeid in loondienst indienen bij het IND-loket arbeidsmigratie door middel van het daarvoor bestemde formulier model M139. Dit formulier dient volledig ingevuld en voorzien van alle gevraagde gegevens en bescheiden te worden geretourneerd naar: Immigratie- en Naturalisatiedienst IND-loket arbeidsmigratie Postbus 3022 2280 GA Rijswijk. Ten aanzien van de procedure met betrekking tot de afhandeling van dit verzoek is het bepaalde in B1/1.1.4 en B1/1.1.5 van toepassing. Indien de vreemdeling, conform het bepaalde in B1/1.1.3, zelf de aanvraag om een machtiging tot voorlopig verblijf indient bij de Nederlandse diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging in zijn land van herkomst of bestendig verblijf, wordt deze aanvraag ter afhandeling doorgezonden naar het IND-loket arbeidsmigratie. In beide gevallen moet de werkgever tevens een aanvraag om verlening van een tewerkstellingsvergunning indienen bij CWI. Het adres daarvoor is: CWI Bureau Juridische Zaken/TWV Postbus 883 2700 AW Zoetermeer. De volgorde waarin op die aanvragen vervolgens dient te worden beslist is als volgt: Als eerste wordt op de aanvraag om een tewerkstellingsvergunning beslist door CWI. Pas daarna wordt op het verzoek om afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf beslist. Uitzondering Indien duidelijk is dat de machtiging tot voorlopig verblijf moet worden geweigerd, ongeacht of er al dan niet een tewerkstellingsvergunning zou moeten worden verleend, wordt de machtiging tot voorlopig verblijf meteen geweigerd en wordt niet gewacht op de beslissing op de aanvraag om verlening van een tewerkstellingsvergunning. Hierbij dient met name te worden gedacht aan gevallen waarin de machtiging tot voorlopig verblijf dan wel de verblijfsvergunning moet worden geweigerd op grond van bijvoorbeeld gevaar voor de openbare orde. Zie ook hierna paragraaf 2.2. 2.1.2 GezinsherenigingVerzoeken om afgifte van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van gezinshereniging met een arbeidsmigrant kunnen eveneens bij het IND-loket arbeidsmigratie worden ingediend indien: de hoofdaanvrager (degene bij wie verblijf wordt beoogd) op grond van arbeid in loondienst verblijf in Nederland vraagt; en de aanvragen tegelijkertijd met die van de hoofdaanvrager worden ingediend door middel van het daarvoor bestemde formulier model M 139. Het gelijktijdig afdoen van het verzoek van gezinsleden door het IND-loket arbeidsmigratie, samen met die van de hoofdaanvrager, is voorts slechts mogelijk: - in geval van een huwelijk dat reeds bestond toen beide echtgenoten nog in het buitenland verbleven; - in geval van een relatie die reeds bestond toen beide partners nog in het buitenland verbleven; - voor de uit het huwelijk of de relatie geboren minderjarige kinderen die feitelijk behoren tot het gezin; - voor de niet uit het huwelijk of de relatie geboren minderjarige kinderen die feitelijk behoren tot het gezin. Verzoeken in het kader van verruimde gezinshereniging alsmede verband houdend met adoptie en opname als pleegkind dan wel aanvragen van vreemdelingen van 65 jaar of ouder die bij hun kind(eren) willen verblijven, worden derhalve niet door het INDloket arbeidsmigratie afgehandeld. Voor gezinsleden gelden daarnaast de in B2 neergelegde toepasselijke voorwaarden, waaronder de legalisatie en verificatie van documenten (zie B2/12). De inschrijving van het huwelijk of geregistreerd partnerschap in de Gemeentelijke Basisadministratie (zie B2/2.4) is niet vereist bij de afgifte van de machtiging tot voorlopig verblijf. De inschrijving geldt echter wel als voorwaarde voor het verlenen van de verblijfsvergunning. |
|
Adres:
Hogehilweg 19 1101 CB Amsterdam The Netherlands E-mail:
contact@bl-consultancy.com |